Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
collapse:
- instorten; ineenstorten; inzakken; teruglopen; sterk afnemen; vallen; bezwijken; het onderspit delven; tenondergaan; afleggen; in elkaar zinken; in elkaar zakken; inzinken; invallen; uiteenvallen; desintegreren; uit elkaar vallen; omlaagstorten; verzakken; ineenzakken; ineenzijgen; in elkaar storten; ten gronde gaan; samenvouwen
- bezwijken; afleggen; debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting; achteruitgang; inzinking; neervallen; inzakking
-
Wiktionary:
- collapse → ineenstorting, instorten, collaps, inzinking
- collapse → instorten, bezwijken
- collapse → stort, val, openbreken, kentering, omverwerpen, instorten
Engels
Uitgebreide vertaling voor collapse (Engels) in het Nederlands
collapse:
-
to collapse (topple down; crash)
-
to collapse (prolapse; slump; sag)
-
to collapse
bezwijken; het onderspit delven; tenondergaan; afleggen-
het onderspit delven werkwoord (delf het onderspit, delft het onderspit, delfde het onderspit, delfden het onderspit, het onderspit gedelfd)
-
to collapse
in elkaar zinken-
in elkaar zinken werkwoord
-
-
to collapse (cave in; slump; crumble down; relapse; subside)
-
to collapse (disintegrate; fall apart; break up; fall to pieces; crumble; fall to bits)
uiteenvallen; desintegreren; uit elkaar vallen-
desintegreren werkwoord
-
uit elkaar vallen werkwoord (val uit elkaar, valt uit elkaar, viel uit elkaar, vielen uit elkaar, uit elkaar gevallen)
-
to collapse (drop; crash down)
-
to collapse (sag; subside; prolapse; sink; cave in; give way)
-
to collapse (buckle)
-
to collapse (disintegrate; crumble; fall to pieces; break up; fall apart; fall to bits)
-
to collapse
– To hide from view the subentries contained within a folder or outline section. 1
Conjugations for collapse:
present
- collapse
- collapse
- collapses
- collapse
- collapse
- collapse
simple past
- collapsed
- collapsed
- collapsed
- collapsed
- collapsed
- collapsed
present perfect
- have collapsed
- have collapsed
- has collapsed
- have collapsed
- have collapsed
- have collapsed
past continuous
- was collapsing
- were collapsing
- was collapsing
- were collapsing
- were collapsing
- were collapsing
future
- shall collapse
- will collapse
- will collapse
- shall collapse
- will collapse
- will collapse
continuous present
- am collapsing
- are collapsing
- is collapsing
- are collapsing
- are collapsing
- are collapsing
subjunctive
- be collapsed
- be collapsed
- be collapsed
- be collapsed
- be collapsed
- be collapsed
diverse
- collapse!
- let's collapse!
- collapsed
- collapsing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the collapse (succubing)
-
the collapse (crash; slump; sagging; smash; bust-up)
-
the collapse (relapse; decline; caving in; falling down; fall; collapsing; sagging)
-
the collapse (falling down; fall)
-
the collapse (collapsing; caving in)
Vertaal Matrix voor collapse:
Verwante woorden van "collapse":
Synoniemen voor "collapse":
Verwante definities voor "collapse":
Wiktionary: collapse
collapse
Cross Translation:
noun
collapse
-
act of collapsing
- collapse → ineenstorting; instorten
-
to fall down suddenly; to cave in
- collapse → instorten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• collapse | → stort; val | ↔ Sturz — heftiger Fall auf den Boden |
• collapse | → val | ↔ chute — Traductions à trier suivant le sens |
• collapse | → openbreken | ↔ effondrer — (vieilli) agri|fr remuer, fouiller des terres profondément, en y mêler de l’engrais. |
• collapse | → kentering; omverwerpen | ↔ renversement — action de renverser. |
• collapse | → instorten | ↔ écrouler — tomber s’affaisser. |
Computer vertaling door derden: