Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- wrong:
-
Wiktionary:
- wrong → fout, verkeerd, onjuist, mis, slecht
- wrong → fout, foutief, verkeerd, onjuist
- wrong → misstand, wantoestand, onrechtmatige daad, verkeerde, kwaad, onrecht
- wrong → benadelen, onrecht doen, aandoen, onbillijk beoordelen
- wrong → verkeerd, fout, onrechtvaardig, onredelijk, pijn, slecht, beroerd, kwaad, kwalijk, beledigen, grieven, krenken, verongelijken, ongelijk
-
Gebruikers suggesties voor wrong:
- foutieve
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels
Uitgebreide vertaling voor wrong (Engels) in het Nederlands
wrong:
-
wrong (inaccurate; incorrect; faulty; amiss; wrongly; false; off target; bad; off)
-
wrong
-
wrong
-
wrong (mistaken; higgledy-piggledy; jumbled; disordered)
Vertaal Matrix voor wrong:
Verwante woorden van "wrong":
Synoniemen voor "wrong":
Antoniemen van "wrong":
Verwante definities voor "wrong":
Wiktionary: wrong
wrong
Cross Translation:
adjective
-
incorrect
-
immoral
-
improper
-
not working
-
something immoral
- wrong → misstand; wantoestand; onrechtmatige daad
-
opposite of right
-
to treat unjustly
- wrong → benadelen; onrecht doen; aandoen
-
to slander or impute evil
- wrong → onbillijk beoordelen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wrong | → verkeerd; fout | ↔ falsch — unrichtig (durch Irrtum oder Unwissenheit), tatsächlich anders |
• wrong | → onrechtvaardig; onredelijk | ↔ injuste — Qui n’a pas de justice, qui agir contre les règles de la justice. |
• wrong | → pijn | ↔ mal — (religion) Ce qui refuser par une doctrine, un dogme religieux. |
• wrong | → slecht; verkeerd; beroerd; kwaad; kwalijk | ↔ mauvais — défavorable ; qui cause une impression défavorable. |
• wrong | → beledigen; grieven; krenken; verongelijken | ↔ offenser — outrager quelqu’un par une offense. |
• wrong | → ongelijk | ↔ tort — État de celui qui n’a pas le droit, la raison de son côté. (Sens général). |
Verwante vertalingen van wrong
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wrong (Nederlands) in het Engels
wrong:
Vertaal Matrix voor wrong:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bun | haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong | knot; knotje haar; toet |
knot | haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong | knot; schuifknoop; streng garen; strik |
knot of hair | haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong | pluk haar; toet |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
knot | aan elkaar binden; aan elkaar knopen; bevestigen; knopen; strikken; vastknopen; verbinden |
Verwante woorden van "wrong":
wrong vorm van wringen:
-
wringen (gewring)
-
wringen (uitwringen)
Conjugations for wringen:
o.t.t.
- wring
- wringt
- wringt
- wringen
- wringen
- wringen
o.v.t.
- wrong
- wrong
- wrong
- wrongen
- wrongen
- wrongen
v.t.t.
- heb gewrongen
- hebt gewrongen
- heeft gewrongen
- hebben gewrongen
- hebben gewrongen
- hebben gewrongen
v.v.t.
- had gewrongen
- had gewrongen
- had gewrongen
- hadden gewrongen
- hadden gewrongen
- hadden gewrongen
o.t.t.t.
- zal wringen
- zult wringen
- zal wringen
- zullen wringen
- zullen wringen
- zullen wringen
o.v.t.t.
- zou wringen
- zou wringen
- zou wringen
- zouden wringen
- zouden wringen
- zouden wringen
diversen
- wring!
- wringt!
- gewrongen
- wringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wringen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
wrench | sleutel; tool | |
wringing | gewring; wringen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
wrench | uitwringen; wringen | ontwrichten; verstuiken; verzwikken; wriggelen; wrikken; zich wringen; zwikken |
wring out | uitwringen; wringen |
Wiktionary: wringen
wringen
Cross Translation:
verb
-
twist one’s body with snakelike motion
-
to hold tightly and press or twist
-
-
-
to twist
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wringen | → wring | ↔ wringen — in einer Drehbewegung verzwängen, insbesondere um Feuchtigkeit aus einem Gewebe zu drücken |
• wringen | → contort; twist; wring; distort; wrench; wrick; sprain; mangle; warp; wrest | ↔ tordre — Traductions à trier suivant le sens |