Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: marihuana

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: marihuana

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

marihuana:
- Wiktionary:
  marihuana → marihuana
- Synoniemen voor "marihuana":
  marijuana; ganja; Cannabis sativa; cannabis; hemp
  cannabis; soft drug; controlled substance

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

marihuana:
- marijuana; weed; pot; grass
Wiktionary:
- marihuana → marihuana, marijuana
- marihuana → marijuana

Engels

Uitgebreide vertaling voor marihuana (Engels) in het Nederlands

marihuana:

Vertaal Matrix voor marihuana:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	Cannabis sativa; cannabis; ganja; marijuana

Synoniemen voor "marihuana":

marijuana; ganja; Cannabis sativa; cannabis; hemp
cannabis; soft drug; controlled substance

Verwante definities voor "marihuana":

the most commonly used illicit drug; considered a soft drug, it consists of the dried leaves of the hemp plant; smoked or chewed for euphoric effect¹
a strong-smelling plant from whose dried leaves a number of euphoriant and hallucinogenic drugs are prepared¹

Wiktionary: marihuana

marihuana

noun

plantkunde|nld (medisch, nld) wordt gemaakt van de bloemtoppen of zaaddoosjes van de vrouwelijke, onbevruchte hennepplant species|Cannabis sativa (variëteit indica) dat een hoog gehalte van de stof THC bevat en kan worden gebruikt als medicijn of genotmiddel
- marihuana → marihuana

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor marihuana (Nederlands) in het Engels

marihuana:

marihuana [de ~] zelfstandig naamwoord

de marihuana (wiet; wied; stuff; weed; hennep)
the marijuana; the weed; the pot; the grass
- marijuana [the ~] zelfstandig naamwoord
- weed [the ~] zelfstandig naamwoord
- pot [the ~] zelfstandig naamwoord
- grass [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor marihuana:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grass	hennep; marihuana; stuff; weed; wied; wiet	ganja; gazon; gras; grasmat; grasperk; grastapijt; grasveld; mat
marijuana	hennep; marihuana; stuff; weed; wied; wiet
pot	hennep; marihuana; stuff; weed; wied; wiet	ganja; kookpot; lesbienne; pot
weed	hennep; marihuana; stuff; weed; wied; wiet	ganja; slappe vent; slappeling; woekerplant
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pot		hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
weed		schoffelen; wieden

Wiktionary: marihuana

marihuana

noun

plantkunde|nld (medisch, nld) wordt gemaakt van de bloemtoppen of zaaddoosjes van de vrouwelijke, onbevruchte hennepplant species|Cannabis sativa (variëteit indica) dat een hoog gehalte van de stof THC bevat en kan worden gebruikt als medicijn of genotmiddel
- marihuana → marihuana

marihuana

noun

the drug
- marijuana → marihuana

Cross Translation:

From	To	Via
• marihuana	→ marijuana	↔ Marihuana — ein Rauschgift aus getrockneten Blüten der Cannabispflanze

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University