Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- waste:
-
Wiktionary:
- waste → woestenij, verkwisting, verspilling, wegkwijning, verval, afval, rommel, vuil
- waste → woest, braakliggend, overtollig
- waste → verwoesten, verspillen, verkwisten, vermorsen, verdoen, verklungelen, koud maken, wegkwijnen, verzwakken
- waste → uitschot, tanen, opmaken, verdoen, verklungelen, verkwisten, vermorsen, verspillen, uiteendrijven, uiteenjagen, verspreiden, verstrooien, afval, vuilnis, prullaria, puin, rommel, rommelzooi, vuil, afval, huisvuil
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- wassen:
-
Wiktionary:
- wassen → wash, grow, wax, clean
- wassen → wax
- wassen → wax
- wassen → augment, grow, rise, heighten, raise, amplify, accrue, enlarge, aggrandize, magnify, step up, wax, grow up, mount, wash, launder, mix, blend, mingle, shuffle, return, turn over, turn around, turn round, inside out, turn, revolve, whirl, relay, resend, send back, invert, reverse
Engels
Uitgebreide vertaling voor waste (Engels) in het Nederlands
waste:
-
the waste (rubbish; refuse; litter)
-
the waste (squandering; wastage)
-
the waste (coal-dust; slack)
het kolengruis -
the waste
Conjugations for waste:
present
- waste
- waste
- wastes
- waste
- waste
- waste
simple past
- wasted
- wasted
- wasted
- wasted
- wasted
- wasted
present perfect
- have wasted
- have wasted
- has wasted
- have wasted
- have wasted
- have wasted
past continuous
- was wasting
- were wasting
- was wasting
- were wasting
- were wasting
- were wasting
future
- shall waste
- will waste
- will waste
- shall waste
- will waste
- will waste
continuous present
- am ting
- are ting
- is ting
- are ting
- are ting
- are ting
subjunctive
- be wasted
- be wasted
- be wasted
- be wasted
- be wasted
- be wasted
diverse
- waste!
- let's waste!
- wasted
- wasting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor waste:
Verwante woorden van "waste":
Synoniemen voor "waste":
Antoniemen van "waste":
Verwante definities voor "waste":
Wiktionary: waste
waste
Cross Translation:
noun
waste
-
desolate place
- waste → woestenij
-
loss, ineffective use
- waste → verkwisting; verspilling
-
decay
- waste → wegkwijning; verval
-
useless products, garbage
-
barren
- waste → woest; braakliggend
-
excess
- waste → overtollig
-
to destroy
- waste → verwoesten
-
to squander
- waste → verspillen; verkwisten; vermorsen; verdoen; verklungelen
-
to kill
- waste → koud maken
-
to weaken
- waste → wegkwijnen; verzwakken
noun
-
onbruikbare resten die weggegooid worden
-
het teloor laten gaan van iets waardevols door nalatigheid
-
iets gebruiken zonder dat je het goed of volledig benut
-
(overgankelijk) door morsen verloren laten gaan
-
door nalatigheid verloren laten gaan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• waste | → uitschot | ↔ Ausschuss — nur Singular: produzierte Ware, die nicht dem Qualitätsstandard entspricht und daher aus der Produktion entnommen wird |
• waste | → tanen | ↔ schwinden — in bedenklichem Maße abnehmen |
• waste | → opmaken; verdoen; verklungelen; verkwisten; vermorsen; verspillen; uiteendrijven; uiteenjagen; verspreiden; verstrooien | ↔ dissiper — détruire en disperser. |
• waste | → afval; vuilnis; prullaria; puin; rommel; rommelzooi; vuil | ↔ débris — reste d’une chose brisée ou en partie détruire. |
• waste | → afval | ↔ déchets — Pluriel de déchet. |
• waste | → verspillen; verkwisten | ↔ gaspiller — Dépenser, consommer avec prodigalité. (Sens général). |
• waste | → huisvuil | ↔ ordure — déchets |
• waste | → verkwisten; opmaken; verdoen; verklungelen; vermorsen; verspillen | ↔ prodiguer — donner, dépenser avec profusion. |
Verwante vertalingen van waste
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor waste (Nederlands) in het Engels
wassen:
Conjugations for wassen:
o.t.t.
- was
- wast
- wast
- wassen
- wassen
- wassen
o.v.t.
- waste
- waste
- waste
- wasten
- wasten
- wasten
v.t.t.
- heb gewassen
- hebt gewassen
- heeft gewassen
- hebben gewassen
- hebben gewassen
- hebben gewassen
v.v.t.
- had gewassen
- had gewassen
- had gewassen
- hadden gewassen
- hadden gewassen
- hadden gewassen
o.t.t.t.
- zal wassen
- zult wassen
- zal wassen
- zullen wassen
- zullen wassen
- zullen wassen
o.v.t.t.
- zou wassen
- zou wassen
- zou wassen
- zouden wassen
- zouden wassen
- zouden wassen
diversen
- was!
- wast!
- gewassen
- wassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wassen:
Verwante woorden van "wassen":
Verwante definities voor "wassen":
Wiktionary: wassen
wassen
Cross Translation:
verb
wassen
verb
-
(intransitive) to become bigger
-
(transitive) to remove dirt from a place or object
-
to clean with water
-
apply wax to
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wassen | → augment; grow; rise; heighten; raise; amplify; accrue; enlarge; aggrandize; magnify; step up; wax | ↔ augmenter — rendre une quantité plus grande. |
• wassen | → grow up; grow; accrue; wax; mount; aggrandize | ↔ grandir — intransitif|fr devenir plus grand. |
• wassen | → wash; launder | ↔ laver — nettoyer avec de l’eau, pure ou additionnée de savon ou de lessive, ou, avec tout autre liquide. |
• wassen | → mix; blend; mingle; shuffle | ↔ mélanger — Unir plusieurs choses ensemble pour former un tout |
• wassen | → return; turn over; turn around; turn round; inside out; turn; revolve; whirl; relay; resend; send back; blend; mingle; mix; shuffle; invert; reverse | ↔ retourner — aller de nouveau en un lieu. |