Engels

Uitgebreide vertaling voor applauder (Engels) in het Nederlands

applauder:

applauder [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the applauder (clapper)
    de klapper; applaudisseur

Vertaal Matrix voor applauder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
applaudisseur applauder; clapper
klapper applauder; clapper cracker; file; fire-cracker; godsend; hit; index; phone index; pleasant surprise; register; smash; smash hit; smasher; squib; stroke of unexpected luck; windfall; winner
- clapper

Verwante woorden van "applauder":

  • applauders

Synoniemen voor "applauder":

  • clapper; laudator; lauder; extoller

Verwante definities voor "applauder":

  1. someone who applauds1

applauder vorm van applaud:

to applaud werkwoord (applauds, applauded, applauding)

  1. to applaud (clap)
    applaudisseren; klappen
    • applaudisseren werkwoord (applaudisseer, applaudisseert, applaudisseerde, applaudisseerden, geapplaudisseerd)
    • klappen werkwoord (klap, klapt, klapte, klapten, geklapt)
  2. to applaud (cheer; acclaim; hurray)
    toejuichen; bejubelen
    • toejuichen werkwoord (juich toe, juicht toe, juichte toe, juichten toe, toegejuicht)
    • bejubelen werkwoord (bejubel, bejubelt, bejubelde, bejubelden, bejubeld)

Conjugations for applaud:

present
  1. applaud
  2. applaud
  3. applauds
  4. applaud
  5. applaud
  6. applaud
simple past
  1. applauded
  2. applauded
  3. applauded
  4. applauded
  5. applauded
  6. applauded
present perfect
  1. have applauded
  2. have applauded
  3. has applauded
  4. have applauded
  5. have applauded
  6. have applauded
past continuous
  1. was applauding
  2. were applauding
  3. was applauding
  4. were applauding
  5. were applauding
  6. were applauding
future
  1. shall applaud
  2. will applaud
  3. will applaud
  4. shall applaud
  5. will applaud
  6. will applaud
continuous present
  1. am applauding
  2. are applauding
  3. is applauding
  4. are applauding
  5. are applauding
  6. are applauding
subjunctive
  1. be applauded
  2. be applauded
  3. be applauded
  4. be applauded
  5. be applauded
  6. be applauded
diverse
  1. applaud!
  2. let's applaud!
  3. applauded
  4. applauding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor applaud:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klappen acclaim; applause; blows with the fist; cheer; cracks; ovation; physical violence; punch; smacks
toejuichen encouragement; motivation; stimulation; support
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
applaudisseren applaud; clap
bejubelen acclaim; applaud; cheer; hurray
klappen applaud; clap blab; burst; chat; chatter; explode; have a conversation; narrate; rattle; relate; snap; speak; talk; tell
toejuichen acclaim; applaud; cheer; hurray cheer on; encourage; fire; incite; inspire; strike into
- acclaim; clap; spat

Verwante woorden van "applaud":

  • applauding

Synoniemen voor "applaud":


Antoniemen van "applaud":


Verwante definities voor "applaud":

  1. express approval of1
    • I applaud your efforts1
  2. clap one's hands or shout after performances to indicate approval1

Wiktionary: applaud

applaud
verb
  1. to praise, or express approval by words
  2. to express approval by clapping
applaud
verb
  1. in de handen klappen om goedkeuring of bewondering te tonen
  2. applaudisseren
  3. met gejuich begroeten

Cross Translation:
FromToVia
applaud applaudisseren applaudierenBeifall klatschen
applaud bij acclamatie benoemen tot; toejuichen; zijn bijval betuigen; uitroepen tot acclamersaluer par des acclamations.
applaud adhesie betuigen; applaudisseren; toejuichen applaudirbattre des mains en signe d’approbation.
applaud afranselen; afrossen; doorroeren; dorsen; houwen; klappen; kloppen; meppen; omroeren; roeren; slaan battrefrapper de coups répétés.