Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. banish:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor banish (Engels) in het Nederlands

banish:

to banish werkwoord (banishs, banished, banishing)

  1. to banish (ban; expel; ostracize; )
    verbannen; verdrijven; uitbannen; bannen; uitzetten; uitstoten; uitwijzen; verjagen; bezweren; wegjagen
    • verbannen werkwoord (verban, verbant, verbande, verbanden, verband)
    • verdrijven werkwoord (verdrijf, verdrijft, verdreef, verdreven, verdreven)
    • uitbannen werkwoord (ban uit, bant uit, bande uit, banden uit, uitgebannen)
    • bannen werkwoord (ban, bant, bande, banden, geband)
    • uitzetten werkwoord (zet uit, zette uit, zetten uit, uitgezet)
    • uitstoten werkwoord (stoot uit, stootte uit, uitgestoten)
    • uitwijzen werkwoord (wijs uit, wijst uit, wees uit, wezen uit, uitgewezen)
    • verjagen werkwoord (verjaag, verjaagt, verjaagde, verjaagden, verjaagd)
    • bezweren werkwoord (bezweer, bezweert, bezweerde, bezweerden, bezweerd)
    • wegjagen werkwoord (jaag weg, jaagt weg, joeg weg, joegen weg, weggejaagd)
  2. to banish
    uitwijzen
    • uitwijzen werkwoord (wijs uit, wijst uit, wees uit, wezen uit, uitgewezen)

Conjugations for banish:

present
  1. banish
  2. banish
  3. banishs
  4. banish
  5. banish
  6. banish
simple past
  1. banished
  2. banished
  3. banished
  4. banished
  5. banished
  6. banished
present perfect
  1. have banished
  2. have banished
  3. has banished
  4. have banished
  5. have banished
  6. have banished
past continuous
  1. was banishing
  2. were banishing
  3. was banishing
  4. were banishing
  5. were banishing
  6. were banishing
future
  1. shall banish
  2. will banish
  3. will banish
  4. shall banish
  5. will banish
  6. will banish
continuous present
  1. am banishing
  2. are banishing
  3. is banishing
  4. are banishing
  5. are banishing
  6. are banishing
subjunctive
  1. be banished
  2. be banished
  3. be banished
  4. be banished
  5. be banished
  6. be banished
diverse
  1. banish!
  2. let's banish!
  3. banished
  4. banishing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor banish:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitzetten deportation; dilatation; enlargement; increase; opening up; transportation; widen
verjagen chasing away
wegjagen chasing away
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bannen ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel
bezweren ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel charm snakes; raise
uitbannen ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel
uitstoten ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel discharge; disgorge; drain; empty; expel; remove
uitwijzen ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel
uitzetten ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel clearly define; deport; disconnect; extinguish; make out; matter; put out; set out; switch off; turn off
verbannen ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel
verdrijven ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel dispel; disperse; expel; oust
verjagen ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel dispel; disperse; expel; oust
wegjagen ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel dispel; disperse; expel; oust; push on
- ban; bar; blackball; cast out; ostracise; ostracize; relegate; shun
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- exile; send away

Verwante woorden van "banish":


Synoniemen voor "banish":


Verwante definities voor "banish":

  1. drive away1
    • banish bad thoughts1
    • banish gloom1
  2. expel, as if by official decree1
    • he was banished from his own country1
  3. expel from a community or group1
  4. ban from a place of residence, as for punishment1

Wiktionary: banish

banish
verb
  1. iemand van regeringswege dwingen een bepaald gebied te verlaten

Cross Translation:
FromToVia
banish uitbannen; verbannen bannircondamner une personne à sortir d’un pays, à être chasser ou transporter hors d’un territoire, avec défense d’y rentrer.

Computer vertaling door derden: