Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. benches:
  2. bench:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor benches (Engels) in het Nederlands

benches:

benches [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the benches (settees)
    de banken; de zitbanken
    • banken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • zitbanken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. the benches (work-benches)
    de werkbanken

Vertaal Matrix voor benches:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banken benches; settees bank of commerce; sand-banks; sandbars; trade bank
werkbanken benches; work-benches
zitbanken benches; settees

Verwante woorden van "benches":


benches vorm van bench:

bench [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bench (couch; seat)
    de zitplaats; de bank; de zitbank
    • zitplaats [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bank [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zitbank [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the bench (seat; chair; front bench; work-bench)
    de zetel; de zitplaats
    • zetel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zitplaats [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. the bench (court)
    het rechtscollege

Vertaal Matrix voor bench:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bank bench; couch; seat bank; bank building; couch; merchant bank; settee; small bank; sofa
rechtscollege bench; court
zetel bench; chair; front bench; seat; work-bench arm chair; chair; easy chair; head office; reclining chair; stool; throne
zitbank bench; couch; seat couch; settee; sofa
zitplaats bench; chair; couch; front bench; seat; work-bench
- judiciary; terrace; work bench; workbench
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ledge

Verwante woorden van "bench":


Synoniemen voor "bench":


Verwante definities voor "bench":

  1. a long seat for more than one person1
  2. (law) the seat for judges in a courtroom1
  3. a strong worktable for a carpenter or mechanic1
  4. persons who administer justice1
  5. the reserve players on a team1
    • our team has a strong bench1
  6. a level shelf of land interrupting a declivity (with steep slopes above and below)1
  7. exhibit on a bench1
    • bench the poodles at the dog show1
  8. take out of a game; of players1

Wiktionary: bench

bench
verb
  1. remove a player from play
  2. lift
noun
  1. workbench
  2. long seat
  3. sports: where players sit when not playing
bench
Cross Translation:
FromToVia
bench bank; bok; ezel; stellage; rek; schraag; stander; werkbank établi — Table destinée au travail de certains métiers manuels

Verwante vertalingen van benches