Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bravery:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bravery (Engels) in het Nederlands

bravery:

bravery [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bravery (courage; valour; gallantry; )
    de moed; onversaagdheid; de dapperheid; de koenheid

Vertaal Matrix voor bravery:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dapperheid bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour
koenheid bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour audacity; boldness; braveness; fearlessness; temerity
moed bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour daring; guts; heroism; nerve; pluck; valor; valour
onversaagdheid bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour
- braveness; courage; courageousness; fearlessness
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- valor; valour

Synoniemen voor "bravery":


Antoniemen van "bravery":


Verwante definities voor "bravery":

  1. a quality of spirit that enables you to face danger or pain without showing fear1
  2. feeling no fear1

Wiktionary: bravery

bravery
noun
  1. being brave

Cross Translation:
FromToVia
bravery omverwerping; dapperheid; durf; lef; moed; courage; opdelving; winning; slachting; slacht abattage — Traductions à trier suivant le sens
bravery dapperheid; durf; lef; moed; courage courage — Caractéristique de vaincre la peur, supporter la souffrance, braver le danger

Computer vertaling door derden: