Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. butchery:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor butchery (Engels) in het Nederlands

butchery:

butchery [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the butchery (butcher's; butcher's shop)
    de slagerij; de vleeshouwerij; de slagerswinkel; slagerszaak
  2. the butchery (slaughter; kill)
    slachten van vee; de slachting

Vertaal Matrix voor butchery:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slachten van vee butchery; kill; slaughter
slachting butchery; kill; slaughter bloodbath; killing off; massacre; slaughter; slaughtering
slagerij butcher's; butcher's shop; butchery
slagerswinkel butcher's; butcher's shop; butchery
slagerszaak butcher's; butcher's shop; butchery butcher
vleeshouwerij butcher's; butcher's shop; butchery
- abattoir; butchering; carnage; mass murder; massacre; shambles; slaughter; slaughterhouse

Verwante woorden van "butchery":

  • butcheries

Synoniemen voor "butchery":


Verwante definities voor "butchery":

  1. the savage and excessive killing of many people1
  2. the business of a butcher1
  3. a building where animals are butchered1

Wiktionary: butchery


Cross Translation:
FromToVia
butchery slagerij; slachterij boucherie — (vieilli) endroit pour abattre les bêtes dont la chair doit être vendre.

Verwante vertalingen van butchery