Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cackling:


Engels

Uitgebreide vertaling voor cackling (Engels) in het Nederlands

cackling:

cackling [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cackling (chatter; gabble; babble; )
    het gekeuvel; het geklets; het gebabbel; het gekwebbel

Vertaal Matrix voor cackling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebabbel babble; cackling; chatter; claptrap; gabble; jabber; yacking chat; gossip; talk
gekeuvel babble; cackling; chatter; claptrap; gabble; jabber; yacking chat
geklets babble; cackling; chatter; claptrap; gabble; jabber; yacking babble; backbiting; balderdash; baloney; blah; bull; bunkum; burble; clanging; claptrap; defamation; drivel; empty talk; gibberish; gossip; hot air; jabber; jaw; mudslinging; piffle; prattle; rot; rubbish; scandal; scandal-mongering; slander; slipslop; talk; talkee-talkee; talks; tittle-tattle; tolling; twaddle; vilification; waffle; wishwash
gekwebbel babble; cackling; chatter; claptrap; gabble; jabber; yacking