Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. censurer:
  2. censure:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor censurer (Engels) in het Nederlands

censurer:

censurer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the censurer (nitpicker; fault-finder)
    vitter; de bediller
    • vitter [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bediller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor censurer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bediller censurer; fault-finder; nitpicker critical person; fault finder; meddler; nit-picker
vitter censurer; fault-finder; nitpicker caviler; caviller; critical person; fault finder; fault-finder; meddler; nit-picker

Verwante woorden van "censurer":

  • censurers

Wiktionary: censurer

censurer
verb
  1. bewust informatie uit de media weghalen

censurer vorm van censure:

censure [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the censure (censorship)
    de censuur
    • censuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

to censure werkwoord (censures, censured, censuring)

  1. to censure (criticize; decry; castigate; criticise)
    hekelen
    • hekelen werkwoord (hekel, hekelt, hekelde, hekelden, gehekeld)
  2. to censure (criticize; slate; run down; criticise)
    kritiseren; afkraken; katten; kraken
    • kritiseren werkwoord (kritiseer, kritiseert, kritiseerde, kritiseerden, gekritiseerd)
    • afkraken werkwoord (kraak af, kraakt af, kraakte af, kraakten af, afgekraakt)
    • katten werkwoord (kat, katte, katten, gekat)
    • kraken werkwoord (kraak, kraakt, kraakte, kraakten, gekraakt)

Conjugations for censure:

present
  1. censure
  2. censure
  3. censures
  4. censure
  5. censure
  6. censure
simple past
  1. censured
  2. censured
  3. censured
  4. censured
  5. censured
  6. censured
present perfect
  1. have censured
  2. have censured
  3. has censured
  4. have censured
  5. have censured
  6. have censured
past continuous
  1. was censuring
  2. were censuring
  3. was censuring
  4. were censuring
  5. were censuring
  6. were censuring
future
  1. shall censure
  2. will censure
  3. will censure
  4. shall censure
  5. will censure
  6. will censure
continuous present
  1. am censuring
  2. are censuring
  3. is censuring
  4. are censuring
  5. are censuring
  6. are censuring
subjunctive
  1. be censured
  2. be censured
  3. be censured
  4. be censured
  5. be censured
  6. be censured
diverse
  1. censure!
  2. let's censure!
  3. censured
  4. censuring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor censure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
censuur censorship; censure censorship
kraken crack; crunching
- animadversion; exclusion; excommunication
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkraken censure; criticise; criticize; run down; slate
hekelen castigate; censure; criticise; criticize; decry
katten censure; criticise; criticize; run down; slate
kraken censure; criticise; criticize; run down; slate break house; break open; crack; decode; force open; tear open
kritiseren censure; criticise; criticize; run down; slate
- criminate; reprimand
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- blame; rebuke; reprove

Verwante woorden van "censure":

  • censuring, censurable, censures

Synoniemen voor "censure":


Verwante definities voor "censure":

  1. harsh criticism or disapproval1
  2. the state of being excommunicated1
  3. rebuke formally1

Wiktionary: censure


Cross Translation:
FromToVia
censure beoordelen; keuren; kritiseren critiquer — péjoratif|fr Faire des reproches, faire ressortir uniquement les défauts.
censure geselen; aan de kaak stellen; hekelen fustigerfrapper à coups de verges.