Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. confectionery:
  2. Wiktionary:
    • confectionery → snoep


Engels

Uitgebreide vertaling voor confectionery (Engels) in het Nederlands

confectionery:

confectionery [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the confectionery (candy; sweets; sweetmeats; sweetie; sweet)
    de snoepjes; het snoepgoed; het lekkers; de zoetigheid
  2. the confectionery (sweets; candy)
    het suikerwerk; het suikergoed
  3. the confectionery (patisserie)
    de banketbakker; de suikerbakkerij
  4. the confectionery
    de suikerbakkerij

Vertaal Matrix voor confectionery:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banketbakker confectionery; patisserie confectioner; pastry baker; pastry cook
lekkers candy; confectionery; sweet; sweetie; sweetmeats; sweets snack
snoepgoed candy; confectionery; sweet; sweetie; sweetmeats; sweets candy
snoepjes candy; confectionery; sweet; sweetie; sweetmeats; sweets
suikerbakkerij confectionery; patisserie
suikergoed candy; confectionery; sweets
suikerwerk candy; confectionery; sweets
zoetigheid candy; confectionery; sweet; sweetie; sweetmeats; sweets snack
- candy store; confectionary

Verwante woorden van "confectionery":

  • confectioneries

Synoniemen voor "confectionery":


Verwante definities voor "confectionery":

  1. the occupation and skills of a confectioner1
  2. a confectioner's shop1
  3. candy and other sweets considered collectively1
    • the business decided to concentrate on confectionery and soft drinks1

Wiktionary: confectionery

confectionery
noun
  1. sweet foodstuffs, collectively
    • confectionerysnoep

Computer vertaling door derden: