Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. copulative:
  2. copulate:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor copulative (Engels) in het Nederlands

copulative:

copulative [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the copulative (conjunction; link word)
    het voegwoord; het koppelwoord

Vertaal Matrix voor copulative:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koppelwoord conjunction; copulative; link word
voegwoord conjunction; copulative; link word
- copula; linking verb

Verwante woorden van "copulative":


Synoniemen voor "copulative":


Verwante definities voor "copulative":

  1. syntactically connecting sentences or elements of a sentence1
    • `and' is a copulative conjunction1
  2. an equating verb (such as `be' or `become') that links the subject with the complement of a sentence1

copulative vorm van copulate:

copulate werkwoord

  1. copulate
    – engage in sexual intercourse 1
    coïteren

Vertaal Matrix voor copulate:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coïteren copulate
- couple; mate; pair

Verwante woorden van "copulate":


Synoniemen voor "copulate":


Verwante definities voor "copulate":

  1. engage in sexual intercourse1

Wiktionary: copulate

copulate
verb
  1. geslachtsgemeenschap hebben