Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal curved

Vertaal curved van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. curved:
  2. curve:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor curved (Engels) in het Nederlands

curved:

curved bijvoeglijk naamwoord

  1. curved (crooked; bent; warped)
    gebogen; krom; gekromd
  2. curved (concave; bowed)
    concaaf; holrond
  3. curved (warped; bent)
    verbogen

Vertaal Matrix voor curved:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concaaf bowed; concave; curved
gekromd bent; crooked; curved; warped
holrond bowed; concave; curved
krom bent; crooked; curved; warped
- curving
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- arched; bent; crooked
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebogen bent; crooked; curved; warped arched; bent; domed; vaulted
verbogen bent; curved; warped

Verwante woorden van "curved":


Synoniemen voor "curved":

  • curving; arced; arched; arching; arciform; arcuate; bowed; curvilineal; curvilinear; eellike; falcate; falciform; sickle-shaped; curvy; curvey; flexuous; hooklike; incurvate; incurved; recurved; recurvate; semicircular; serpentine; snaky; snakelike; sinuate; sinuous; wiggly; sinusoidal; upcurved

Antoniemen van "curved":


Verwante definities voor "curved":

  1. having or marked by a curve or smoothly rounded bend1
    • the curved tusks of a walrus1
    • his curved lips suggested a smile but his eyes were hard1

Wiktionary: curved

Cross Translation:
FromToVia
• curved → gebogen; krom ↔ courbe — qui n’est droit

curve:

curve [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the curve (bend; curvature; camber)
    de bocht; de kromming; de ronding; de draai; de kronkel
    • bocht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kromming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ronding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • draai [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kronkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the curve (arch; curvature; vaulting; camber)
    de welving; de boog; de uitbouw
    • welving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • boog [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • uitbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the curve (bend)
    de kromming; de buiging
    • kromming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • buiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. the curve (bend; turn)
    de bocht; de kromming; de draai; de kromte
    • bocht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kromming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • draai [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kromte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. the curve
    de kromme
    • kromme [de ~] zelfstandig naamwoord
  6. the curve (swerve; turn)
    de zwenking
    • zwenking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

to curve werkwoord (curves, curved, curving)

  1. to curve (arch)
    buigen; krommen; krom buigen
    • buigen werkwoord (buig, buigt, boog, bogen, gebogen)
    • krommen werkwoord (krom, kromt, kromde, kromden, gekromd)
    • krom buigen werkwoord (buig krom, buigt krom, boog krom, bogen krom, krom gebogen)
  2. to curve (bow in honour)
    buigen; eer betuigen
  3. to curve (bow; arch)
    welven; buigen; krommen
    • welven werkwoord (welf, welft, welfde, welfden, gewelfd)
    • buigen werkwoord (buig, buigt, boog, bogen, gebogen)
    • krommen werkwoord (krom, kromt, kromde, kromden, gekromd)

Conjugations for curve:

present
  1. curve
  2. curve
  3. curves
  4. curve
  5. curve
  6. curve
simple past
  1. curved
  2. curved
  3. curved
  4. curved
  5. curved
  6. curved
present perfect
  1. have curved
  2. have curved
  3. has curved
  4. have curved
  5. have curved
  6. have curved
past continuous
  1. was curving
  2. were curving
  3. was curving
  4. were curving
  5. were curving
  6. were curving
future
  1. shall curve
  2. will curve
  3. will curve
  4. shall curve
  5. will curve
  6. will curve
continuous present
  1. am curving
  2. are curving
  3. is curving
  4. are curving
  5. are curving
  6. are curving
subjunctive
  1. be curved
  2. be curved
  3. be curved
  4. be curved
  5. be curved
  6. be curved
diverse
  1. curve!
  2. let's curve!
  5. curved
  6. curving
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor curve:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bocht bend; camber; curvature; curve; turn caboodle; mayhem; mess; rot-gut; rubbish; trash
boog arch; camber; curvature; curve; vaulting bow; cross-bow; crossbow; longbow
buiging bend; curve bending; bow; curtsy; tribute; twisting
draai bend; camber; curvature; curve; turn coil; inversion; joint; kink; loop; looping; perversion; rotation; slip knot; spiral; tag; torsion; turn; twist; twisting
kromme curve
kromming bend; camber; curvature; curve; turn
kromte bend; curve; turn
kronkel bend; camber; curvature; curve coil; joint; kink; loop; looping; perversion; slip knot; spiral; tag; torsion; twist; twisting
ronding bend; camber; curvature; curve curving; rounding
uitbouw arch; camber; curvature; curve; vaulting addition; annex; enlargement; expansion; extension
welving arch; camber; curvature; curve; vaulting
zwenking curve; swerve; turn
- bend; bender; breaking ball; curvature; curve ball; curved shape
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buigen arch; bow; bow in honour; curve bend; bow; curtsy
eer betuigen bow in honour; curve
krom buigen arch; curve bend; change; turn back
krommen arch; bow; curve
welven arch; bow; curve
- arc; arch; crook; curl; cut; kink; sheer; slew; slue; swerve; trend; twist; veer; wind
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- curvature

Verwante woorden van "curve":


Synoniemen voor "curve":


Antoniemen van "curve":


Verwante definities voor "curve":

  1. a pitch of a baseball that is thrown with spin so that its path curves as it approaches the batter1
  2. curved segment (of a road or river or railroad track etc.)1
  3. the property possessed by the curving of a line or surface1
  4. a line on a graph representing data1
  5. the trace of a point whose direction of motion changes1
  6. form a curl, curve, or kink1
  7. turn sharply; change direction abruptly1
  8. bend or cause to bend1
    • the road curved sharply1
  9. form an arch or curve1
    • her hips curve nicely1
  10. extend in curves and turns1
  11. In DirectMusic, a continuous series of events with a start and end value, such as volume fade.2
  12. A rounded line.2

Wiktionary: curve

curve
verb
  1. bend or turn gradually from a given direction
  2. bend, crook
noun
  1. informal: attractive shape of a woman's body
  2. geometry: one-dimensional figure
  3. gentle bend
curve
noun
  1. gebogen weg of pad
  2. kromme lijn
  3. een gebogen lijn
verb
  1. bochtig zijn
Cross Translation:
FromToVia
• curve → curve ↔ Kurve — Mathematik: durch eine Funktion definierte, nicht geradlinig verlaufende Linie
• curve → curve; kromming ↔ courbe — Ligne dont la direction change de façon continue
• curve → curve; kromme ↔ courbe — Ligne géométrique quelconque
• curve → buigen; krombuigen; krommen; verbuigen; doorbuigen; ombuigen ↔ courber — rendre courbe.
• curve → buigen; doorbuigen; ombuigen ↔ ployer — fléchir, courber.
• curve → bocht ↔ virage — action de faire tourner un véhicule, un avion, etc.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0543 seconde
Page rendered in 1.0 seconds