Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. diamonds:
  2. diamond:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor diamonds (Engels) in het Nederlands

diamonds:

diamonds [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the diamonds
    de diamanten
    • diamanten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor diamonds:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diamanten diamonds

Verwante woorden van "diamonds":


Wiktionary: diamonds

diamonds
noun
  1. one of the four suits of playing cards, marked with the symbol ♦

diamonds vorm van diamond:

diamond [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the diamond
    de diamant
    • diamant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the diamond (pane)
    het ruitje; het vierkantje

Vertaal Matrix voor diamond:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diamant diamond
ruitje diamond; pane
vierkantje diamond; pane
- adamant; ball field; baseball diamond; baseball field; infield; rhomb; rhombus

Verwante woorden van "diamond":


Synoniemen voor "diamond":


Antoniemen van "diamond":

  • outfield

Verwante definities voor "diamond":

  1. the baseball playing field1
  2. the area of a baseball field that is enclosed by 3 bases and home plate1
  3. a playing card in the minor suit that has one or more red rhombuses on it1
    • he led a small diamond1
    • diamonds were trumps1
  4. a transparent piece of diamond that has been cut and polished and is valued as a precious gem1
  5. a parallelogram with four equal sides; an oblique-angled equilateral parallelogram1
  6. very hard native crystalline carbon valued as a gem1

Wiktionary: diamond

diamond
verb
  1. to adorn with diamonds
noun
  1. gemstone
  2. uncountable: mineral

Cross Translation:
FromToVia
diamond diamant Diamanthart, aus Kohlenstoff bestehender Kristall mit starker Lichtbrechung, Mineral, Edelstein, Heilstein
diamond diamant diamant — Pierre précieuse
diamond ruit losange — Quadrilatère équilatéral

Verwante vertalingen van diamonds