Engels

Uitgebreide vertaling voor diffident (Engels) in het Nederlands

diffident:

diffident bijvoeglijk naamwoord

  1. diffident (timid; shy; bashful)
    verlegen; timide; schuchter; bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig
  2. diffident (petty; bashfull; narrow minded)
    kleingeestig; bekrompen; benepen; kleinzielig

Vertaal Matrix voor diffident:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedeesd bashful; diffident; shy; timid
bekrompen bashfull; diffident; narrow minded; petty narrow; narrow minded; narrow-minded; petty
benepen bashfull; diffident; narrow minded; petty
beschroomd bashful; diffident; shy; timid
bleu bashful; diffident; shy; timid
kleingeestig bashfull; diffident; narrow minded; petty
kleinzielig bashfull; diffident; narrow minded; petty
schroomvallig bashful; diffident; shy; timid
schuchter bashful; diffident; shy; timid
timide bashful; diffident; shy; timid
verlegen bashful; diffident; shy; timid
- shy; timid; unsure

Verwante woorden van "diffident":

  • diffidently

Synoniemen voor "diffident":


Verwante definities voor "diffident":

  1. lacking self-confidence1
    • stood in the doorway diffident and abashed1
  2. showing modest reserve1
    • she was diffident when offering a comment on the professor's lecture1