Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. diminutives:
  2. diminutive:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor diminutives (Engels) in het Nederlands

diminutives:

diminutives [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the diminutives
    de verkleinwoorden

Vertaal Matrix voor diminutives:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verkleinwoorden diminutives

Verwante woorden van "diminutives":


diminutive:

diminutive [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the diminutive
    het verkleinwoord

diminutive bijvoeglijk naamwoord

  1. diminutive (small; little; tiny; )
    klein; ondermaats; van geringe afmeting

Vertaal Matrix voor diminutive:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verkleinwoord diminutive
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klein diminutive; inadequate; inferior; little; low-grade; middling; minuscule; short; shortish; small; tiny; undersized small; to a limited extent; to a small extent
ondermaats diminutive; inadequate; inferior; little; low-grade; middling; minuscule; short; shortish; small; tiny; undersized immature; inferior; poor
- bantam; flyspeck; lilliputian; midget; petite; tiny
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
van geringe afmeting diminutive; inadequate; inferior; little; low-grade; middling; minuscule; short; shortish; small; tiny; undersized

Verwante woorden van "diminutive":


Synoniemen voor "diminutive":


Verwante definities voor "diminutive":

  1. very small1
    • diminutive in stature1
  2. a word that is formed with a suffix (such as -let or -kin) to indicate smallness1

Wiktionary: diminutive

diminutive
noun
  1. grammar: word form expressing smallness
adjective
  1. serving to diminish
  2. very small
diminutive
adjective
  1. van geringe grootte
noun
  1. een woord met een verkleiningsuitgang waardoor iemand of iets als klein of weinig wordt voorgesteld