Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. domesticity:


Engels

Uitgebreide vertaling voor domesticity (Engels) in het Nederlands

domesticity:

domesticity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the domesticity (homeliness)
    de huiselijkheid
  2. the domesticity (family life; domestic life)
    het familieleven; het gezinsleven

Vertaal Matrix voor domesticity:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
familieleven domestic life; domesticity; family life
gezinsleven domestic life; domesticity; family life
huiselijkheid domesticity; homeliness

Synoniemen voor "domesticity":


Verwante definities voor "domesticity":

  1. domestic activities or life1
    • making a hobby of domesticity1
  2. the quality of being domestic or domesticated1
    • a royal family living in unpretentious domesticity1