Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. email:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor email (Engels) in het Nederlands

email:

email [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the email (mail; e-mail; electronic mail)
    – The exchange of text messages and computer files over a communications network, such as a local area network or the Internet. 1
    de e-mail; elektronische post

email werkwoord

  1. email (send)
    – To transmit a message or file through a communications channel. 1
    verzenden
    • verzenden werkwoord (verzend, verzendt, verzond, verzonden, verzonden)

Vertaal Matrix voor email:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
e-mail e-mail; electronic mail; email; mail e-mail
verzenden mailing
- e-mail; electronic mail
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verzenden email; send discharge; dismiss; dispatch; drop; fire; lay off; release; sack; send; submit
- e-mail; netmail
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
elektronische post e-mail; electronic mail; email; mail
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
elektronische post electronic mail

Synoniemen voor "email":


Antoniemen van "email":

  • snail mail

Verwante definities voor "email":

  1. (computer science) a system of world-wide electronic communication in which a computer user can compose a message at one terminal that can be regenerated at the recipient's terminal when the recipient logs in2
  2. communicate electronically on the computer2
  3. The exchange of text messages and computer files over a communications network, such as a local area network or the Internet.1
  4. To transmit a message or file through a communications channel.1

Wiktionary: email

email
verb
  1. per elektronische post verzenden

Computer vertaling door derden: