Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. enfeeble:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor enfeeble (Engels) in het Nederlands

enfeeble:

to enfeeble werkwoord (enfeebles, enfeebled, enfeebling)

  1. to enfeeble (weaken; dilute; abate; )
    – make weak 1
    verzwakken; uitputten; verslappen; zwakker worden; aan kracht inboeten; zwak worden
    • verzwakken werkwoord (verzwak, verzwakt, verzwakte, verzwakten, verzwakt)
    • uitputten werkwoord (put uit, putte uit, putten uit, uitgeput)
    • verslappen werkwoord (verslap, verslapt, verslapte, verslapten, verslapt)
    • zwakker worden werkwoord
    • aan kracht inboeten werkwoord (boet aan kracht in, boette aan kracht in, boetten aan kracht in, aan kracht ingeboet)
    • zwak worden werkwoord

Conjugations for enfeeble:

present
  1. enfeeble
  2. enfeeble
  3. enfeebles
  4. enfeeble
  5. enfeeble
  6. enfeeble
simple past
  1. enfeebled
  2. enfeebled
  3. enfeebled
  4. enfeebled
  5. enfeebled
  6. enfeebled
present perfect
  1. have enfeebled
  2. have enfeebled
  3. has enfeebled
  4. have enfeebled
  5. have enfeebled
  6. have enfeebled
past continuous
  1. was enfeebling
  2. were enfeebling
  3. was enfeebling
  4. were enfeebling
  5. were enfeebling
  6. were enfeebling
future
  1. shall enfeeble
  2. will enfeeble
  3. will enfeeble
  4. shall enfeeble
  5. will enfeeble
  6. will enfeeble
continuous present
  1. am enfeebling
  2. are enfeebling
  3. is enfeebling
  4. are enfeebling
  5. are enfeebling
  6. are enfeebling
subjunctive
  1. be enfeebled
  2. be enfeebled
  3. be enfeebled
  4. be enfeebled
  5. be enfeebled
  6. be enfeebled
diverse
  1. enfeeble!
  2. let's enfeeble!
  3. enfeebled
  4. enfeebling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor enfeeble:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitputten exhausting; fatigueing; wearing out
verslappen subside; weakening
verzwakken subside; weakening
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan kracht inboeten abate; adulterate; become weak; dilute; enervate; enfeeble; lessen; lose strength; weaken
uitputten abate; adulterate; become weak; dilute; enervate; enfeeble; lessen; lose strength; weaken fatigue; tire out; wear out
verslappen abate; adulterate; become weak; dilute; enervate; enfeeble; lessen; lose strength; weaken fade; slacken; weaken
verzwakken abate; adulterate; become weak; dilute; enervate; enfeeble; lessen; lose strength; weaken be going down hill; be lost; cease; come down; fall away; weaken
zwak worden abate; adulterate; become weak; dilute; enervate; enfeeble; lessen; lose strength; weaken
zwakker worden abate; adulterate; become weak; dilute; enervate; enfeeble; lessen; lose strength; weaken
- debilitate; drain

Verwante woorden van "enfeeble":


Synoniemen voor "enfeeble":


Verwante definities voor "enfeeble":

  1. make weak1

Wiktionary: enfeeble


Cross Translation:
FromToVia
enfeeble fnuiken; verzwakken affaiblirTraductions à trier suivant le sens.
enfeeble afmatten exténueraffaiblir extrêmement par la maladie, la fatigue ou les excès.