Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. existence:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor existence (Engels) in het Nederlands

existence:

existence [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the existence (life; being; path of life)
    het leven; de existentie; zijn; het bestaan
    • leven [het ~] zelfstandig naamwoord
    • existentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zijn [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bestaan [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor existence:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestaan being; existence; life; path of life
existentie being; existence; life; path of life
leven being; existence; life; path of life bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar
zijn being; existence; life; path of life
- being; beingness; cosmos; creation; macrocosm; universe; world
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestaan exist
leven be established; exist; have one's seat; live; lodge; operate; proceed; reside; stay; work
zijn be; dwell; exist; hang out; reside
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- duration; life; persistence; presence
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zijn his; its; one's

Verwante woorden van "existence":


Synoniemen voor "existence":


Antoniemen van "existence":

  • nonexistence; nonbeing

Verwante definities voor "existence":

  1. everything that exists anywhere1
    • the biggest tree in existence1
  2. the state or fact of existing1
    • laws in existence for centuries1

Wiktionary: existence

existence
noun
  1. the state of being, existing, or occurring
existence
Cross Translation:
FromToVia
existence wezen êtreexistence, c’est-à-dire le fait d’exister, au sens abstrait.

Verwante vertalingen van existence