Engels

Uitgebreide vertaling voor faked (Engels) in het Nederlands

faked:

faked bijvoeglijk naamwoord

  1. faked (false; fictitious; feigned; )
    bedriegelijk; vals; nagemaakt; onwaar; gefingeerd; onecht
  2. faked (feigned; artificial; affected; pretended)
    geaffecteerd; gemaakt; onnatuurlijk; gezocht; gewrongen; gekunsteld

Vertaal Matrix voor faked:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geaffecteerd affected; artificial; faked; feigned; pretended affected; affectedly; snooty
gefingeerd bogus; faked; false; feigned; fictitious; mean; not genuine; sham; stingy fictitious; fictive; imaginary; invented; notional
gekunsteld affected; artificial; faked; feigned; pretended affected; affectedly; artificial; snooty
gemaakt affected; artificial; faked; feigned; pretended artificial; created; enforced; forced; made; manufactured; produced; strained; unnatural
gewrongen affected; artificial; faked; feigned; pretended
gezocht affected; artificial; faked; feigned; pretended desirable; gladly seen; in demand; popular; sought-after; wanted
onecht bogus; faked; false; feigned; fictitious; mean; not genuine; sham; stingy
onnatuurlijk affected; artificial; faked; feigned; pretended artificial; enforced; forced; strained; unnatural
onwaar bogus; faked; false; feigned; fictitious; mean; not genuine; sham; stingy amiss; bad; false; faulty; inaccurate; incorrect; off; off target; wrong; wrongly
vals bogus; faked; false; feigned; fictitious; mean; not genuine; sham; stingy bad; badly; blackguardly; evil-minded; false; falsely; low; malicious; mean; perfidious; phoney; roguish; scoundrelly; traitorous; treacherous; underhand; vicious; villainous; with evil intention
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedriegelijk bogus; faked; false; feigned; fictitious; mean; not genuine; sham; stingy
nagemaakt bogus; faked; false; feigned; fictitious; mean; not genuine; sham; stingy imitated

Verwante woorden van "faked":


fake:

fake bijvoeglijk naamwoord

  1. fake (forged; copied)
    vervalst; nep
    • vervalst bijvoeglijk naamwoord
    • nep bijvoeglijk naamwoord
  2. fake (imitation)
    namaak; navolging

fake [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fake (imitation; counterfeit; forgery; falsification; adulteration)
    de namaak; de imitatie; de nep; de nabootsing
    • namaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • imitatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • nep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • nabootsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the fake (counterfeit; forgery; adulteration; forging)
    de falsificatie; de vervalsing

Vertaal Matrix voor fake:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
falsificatie adulteration; counterfeit; fake; forgery; forging
imitatie adulteration; counterfeit; fake; falsification; forgery; imitation imitation; impersonation; mimicry
nabootsing adulteration; counterfeit; fake; falsification; forgery; imitation imitation; impersonation; mimicry
namaak adulteration; counterfeit; fake; falsification; forgery; imitation industrial counterfeiting
navolging imitation; impersonation; mimicry
nep adulteration; counterfeit; fake; falsification; forgery; imitation cheating; fraud; mess; swindling
vervalsing adulteration; counterfeit; fake; forgery; forging
- juke; postiche; sham
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bull; bullshit; cook; counterfeit; falsify; forge; fudge; manipulate; misrepresent; talk through one's hat; wangle
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bastard; bogus; false; faux; imitation; phoney; phony; simulated
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
namaak fake; imitation
navolging fake; imitation
nep copied; fake; forged
vervalst copied; fake; forged

Verwante woorden van "fake":


Synoniemen voor "fake":


Verwante definities voor "fake":

  1. fraudulent; having a misleading appearance1
  2. not genuine or real; being an imitation of the genuine article1
    • it isn't fake anything; it's real synthetic fur1
  3. (football) a deceptive move made by a football player1
  4. something that is a counterfeit; not what it seems to be1
  5. speak insincerely or without regard for facts or truths1
    • The politician was not well prepared for the debate and faked it1
  6. make a copy of with the intent to deceive1
    • he faked the signature1
  7. tamper, with the purpose of deception1

Wiktionary: fake

fake
verb
  1. To make a false display of
adjective
  1. not real
fake
verb
  1. simuleren, in scene gezet
adjective
  1. onecht, vals
  2. onecht, niet legitiem

Cross Translation:
FromToVia
fake nep; vals falschnachmachen
fake vervalsen fälschen — in betrügerischer Absicht etwas herstellen, das wirken soll, als hätte es einen anderen Urheber
fake kopiëren copier — Tricher (4)
fake vervalsen falsifieraltérer une substance, un document, etc. dans le but de tromper en le faisant passer comme authentique.
fake vervalsen fausser — Rendre faux, déformer la réalité, la vérité ou l'exactitude de quelque chose. (Sens général).
fake imiteren; nabootsen; nadoen imiter — Traductions à trier suivant le sens
fake simuleren simulerfeindre, imiter, faire paraître réelle une chose qui n’est pas.
fake nep toc — (familier, fr) faux, objet prétendument ancien qui n’offre aucun caractère d’authenticité.