Engels

Uitgebreide vertaling voor genuineness (Engels) in het Nederlands

genuineness:

genuineness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the genuineness (authenticity)
    de authenticiteit; de echtheid

Vertaal Matrix voor genuineness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
authenticiteit authenticity; genuineness
echtheid authenticity; genuineness
- authenticity; legitimacy
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- authenticity

Verwante woorden van "genuineness":


Synoniemen voor "genuineness":


Antoniemen van "genuineness":


Verwante definities voor "genuineness":

  1. undisputed credibility1
  2. the state of being genuine1

genuineness vorm van genuine:

genuine bijvoeglijk naamwoord

  1. genuine (straight; serious)
    oprecht; echt; ronduit; eerlijk; menens
  2. genuine (sincere; heartfelt; upright)
    oprecht; ongeveinsd
  3. genuine (unadulterated; real)
    onvervalst; echt
  4. genuine (truly; actual; really; )
    werkelijk; echt; heus
    • werkelijk bijvoeglijk naamwoord
    • echt bijvoeglijk naamwoord
    • heus bijvoeglijk naamwoord
  5. genuine
    – Pertaining to Microsoft software which is published by Microsoft, properly licensed, and fully supported by Microsoft or a trusted partner. 2

Vertaal Matrix voor genuine:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echt consummation of marriage; marital state; marital union; marriage; matrimonial band; matrimony; wedlock
origineel master copy; original
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echt actual; genuine; in truth; indeed; it's true; real; really; serious; straight; to be sure; truly; unadulterated effectively; every inch; in fact; in heart and soul; indeed; real; really; sure; sure enough; truly
eerlijk genuine; serious; straight fair; frank; honest; honorable; honourable; just; open; right; right-minded; righteous; sincere; sporting; true; true-hearted; upright
heus actual; genuine; in truth; indeed; it's true; real; really; to be sure; truly actually; certainly; definitely; effectively; factually; genuinely; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough; surely; truly; truthfully; undoubtedly
ongeveinsd genuine; heartfelt; sincere; upright
onvervalst genuine; real; unadulterated
oprecht genuine; heartfelt; serious; sincere; straight; upright fair; frank; honest; open; plain; sincere; straight; straightforward; true; upright
origineel authentic; original
werkelijk actual; genuine; in truth; indeed; it's true; real; really; to be sure; truly actual; actually; as a matter of fact; effectively; in fact; indeed; real; really; sure; sure enough; true; veritable
- actual; echt; literal; real; true; unfeigned
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ronduit genuine; serious; straight blatant; blunt; bluntly; certain; certainly; clean; direct; downright; fair; forthright; frank; frankly; frontal; genially; honest; of course; open; openly; outright; outspoken; plain; plain-spoken; positive; positively; readily; sheer; sincere; straight; straightforward; sure; sure and certain; undoubted
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
origineel genuine
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
menens genuine; serious; straight

Verwante woorden van "genuine":


Synoniemen voor "genuine":


Antoniemen van "genuine":


Verwante definities voor "genuine":

  1. not fake or counterfeit1
    • a genuine Picasso1
    • genuine leather1
  2. not pretended; sincerely felt or expressed1
    • genuine emotion1
  3. being or reflecting the essential or genuine character of something1
    • a genuine dilemma1
  4. Pertaining to Microsoft software which is published by Microsoft, properly licensed, and fully supported by Microsoft or a trusted partner.2

Wiktionary: genuine

genuine
adjective
  1. real, authentic
genuine
adjective
  1. waarachtig, juist, niet vervalst

Cross Translation:
FromToVia
genuine origineel; oorspronkelijk original — Qui n’a pas été fait d’après un modèle et qui servir ou servira de modeler pour des copies ou des imitations.
genuine echt; eigenlijk; heus; waar; waarachtig; reëel; werkelijk; daadwerkelijk; wezenlijk réelvéritable, effectif, vrai, sans fiction ni figure.
genuine waar; echt; eigenlijk; heus; waarachtig; gegrond; gelijk hebbend; juist vrai — Qui est conforme à la vérité, à ce qui est réellement.