Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. growler:
  2. growl:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor growler (Engels) in het Nederlands

growler:

growler [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the growler (ice floe; pan)
    de ijsschots; de ijsschol

Vertaal Matrix voor growler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ijsschol growler; ice floe; pan
ijsschots growler; ice floe; pan
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- grumbler

Verwante woorden van "growler":

  • growlers

Synoniemen voor "growler":


Verwante definities voor "growler":

  1. a small iceberg or ice floe just large enough to be hazardous for shipping1
  2. a speaker whose voice sounds like a growl1

Wiktionary: growler


Cross Translation:
FromToVia
growler ijsberg Eisberg — große, auf dem Meer schwimmende Eismasse

growl:

to growl werkwoord (growls, growled, growling)

  1. to growl (snarl)
    grommen
    • grommen werkwoord (grom, gromt, gromde, gromden, gegromd)
  2. to growl (snarl)
    snauwen; grauwen
    • snauwen werkwoord (snauw, snauwt, snauwde, snauwden, gesnauwd)
    • grauwen werkwoord (grauw, grauwt, grauwde, grauwden, gegrauwd)
  3. to growl (grumble; rumble; chanter; snarl; grouse)
    knorrend geluid maken; knorren

Conjugations for growl:

present
  1. growl
  2. growl
  3. growls
  4. growl
  5. growl
  6. growl
simple past
  1. growled
  2. growled
  3. growled
  4. growled
  5. growled
  6. growled
present perfect
  1. have growled
  2. have growled
  3. has growled
  4. have growled
  5. have growled
  6. have growled
past continuous
  1. was growling
  2. were growling
  3. was growling
  4. were growling
  5. were growling
  6. were growling
future
  1. shall growl
  2. will growl
  3. will growl
  4. shall growl
  5. will growl
  6. will growl
continuous present
  1. am growling
  2. are growling
  3. is growling
  4. are growling
  5. are growling
  6. are growling
subjunctive
  1. be growled
  2. be growled
  3. be growled
  4. be growled
  5. be growled
  6. be growled
diverse
  1. growl!
  2. let's growl!
  3. growled
  4. growling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

growl [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the growl (snarl)
    de snauw; de grauw; de grom
    • snauw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grauw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor growl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grauw growl; snarl mob; rabble; ragtag; riff-raff; riffraff; scum
grom growl; snarl
snauw growl; snarl
- growling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grauwen growl; snarl
grommen growl; snarl
knorren chanter; grouse; growl; grumble; rumble; snarl purr; snore
knorrend geluid maken chanter; grouse; growl; grumble; rumble; snarl
snauwen growl; snarl growl at; shout at; shout down; snap; snap at; snarl; snarl at; snipe
- grumble; rumble
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grauw ash grey; ashen; cheerless; drab; dreary; dull; gloomy; grey; grubby; joyless; sad
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- grumble

Verwante woorden van "growl":


Synoniemen voor "growl":


Verwante definities voor "growl":

  1. the sound of growling (as made by animals)1
  2. to utter or emit low dull rumbling sounds1

Wiktionary: growl

growl
verb
  1. to utter a deep guttural sound
noun
  1. deep threatening sound
growl
verb
  1. een dreigend geluid voortbrengen

Cross Translation:
FromToVia
growl schreeuwen; roepen; joelen; gieren; balken; blaten; brullen; grommen; hinniken; loeien crierjeter un ou plusieurs cris.
growl snauwen grogner — Faire entendre son cri, en parlant du loup ou du chien
growl huilen; brullen; balken; blaten; grommen; hinniken; loeien; schreeuwen hurler — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden: