Engels

Uitgebreide vertaling voor hush up (Engels) in het Nederlands

hush up:

to hush up werkwoord (hushes up, hushed up, hushing up)

  1. to hush up (hide; disguise; conceal; blur)
    verbergen; achterhouden; verstoppen; verduisteren; verheimelijken; wegstoppen
    • verbergen werkwoord (verberg, verbergt, verborg, verborgen, verborgen)
    • achterhouden werkwoord (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • verstoppen werkwoord (verstop, verstopt, verstopte, verstopten, verstopt)
    • verduisteren werkwoord (verduister, verduistert, verduisterde, verduisterden, verduisterd)
    • verheimelijken werkwoord (verheimelijk, verheimelijkt, verheimelijkte, verheimelijkten, verheimelijkt)
    • wegstoppen werkwoord (stop weg, stopt weg, stopte weg, stopten weg, weggestopt)
  2. to hush up (hide; disguise; conceal; )
    verbergen; achterhouden; verhullen; verduisteren; verstoppen; versluieren; verheimelijken; bemantelen
    • verbergen werkwoord (verberg, verbergt, verborg, verborgen, verborgen)
    • achterhouden werkwoord (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • verhullen werkwoord (verhul, verhult, verhulde, verhulden, verhuld)
    • verduisteren werkwoord (verduister, verduistert, verduisterde, verduisterden, verduisterd)
    • verstoppen werkwoord (verstop, verstopt, verstopte, verstopten, verstopt)
    • versluieren werkwoord (versluier, versluiert, versluierde, versluierden, versluierd)
    • verheimelijken werkwoord (verheimelijk, verheimelijkt, verheimelijkte, verheimelijkten, verheimelijkt)
    • bemantelen werkwoord (bemantel, bemantelt, bemantelde, bemantelden, bemanteld)
  3. to hush up (keep quiet; keep under wraps)
    doodzwijgen; volkomen negeren

Conjugations for hush up:

present
  1. hush up
  2. hush up
  3. hushes up
  4. hush up
  5. hush up
  6. hush up
simple past
  1. hushed up
  2. hushed up
  3. hushed up
  4. hushed up
  5. hushed up
  6. hushed up
present perfect
  1. have hushed up
  2. have hushed up
  3. has hushed up
  4. have hushed up
  5. have hushed up
  6. have hushed up
past continuous
  1. was hushing up
  2. were hushing up
  3. was hushing up
  4. were hushing up
  5. were hushing up
  6. were hushing up
future
  1. shall hush up
  2. will hush up
  3. will hush up
  4. shall hush up
  5. will hush up
  6. will hush up
continuous present
  1. am hushing up
  2. are hushing up
  3. is hushing up
  4. are hushing up
  5. are hushing up
  6. are hushing up
subjunctive
  1. be hushed up
  2. be hushed up
  3. be hushed up
  4. be hushed up
  5. be hushed up
  6. be hushed up
diverse
  1. hush up!
  2. let's hush up!
  3. hushed up
  4. hushing up
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

hush up [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the hush up (concealment; hiding; secret one)
    de verhulling; verberging; verborgene; verheling
  2. the hush up (concealment; hiding; secret one)
    de verzwijging

Vertaal Matrix voor hush up:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verberging concealment; hiding; hush up; secret one
verborgene concealment; hiding; hush up; secret one
verduisteren cheating; corruption; corruptions; defalcation; embezzlement; fencing; fraud; malversation; malversations; swindle; swindling
verheling concealment; hiding; hush up; secret one
verhulling concealment; hiding; hush up; secret one
verzwijging concealment; hiding; hush up; secret one
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterhouden blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil conceal; nick; pinch; put aside; put away; reserve; restrain; set aside; snitch; steal
bemantelen blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; camouflage; conceal; cover; envelop; mantle; mask; shroud; swathe; veil; wrap
doodzwijgen hush up; keep quiet; keep under wraps
verbergen blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil hide
verduisteren blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil cadge; collar; darken; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; obscure; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away
verheimelijken blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil
verhullen blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; camouflage; conceal; cover; envelop; mantle; mask; shroud; swathe; veil; wrap
versluieren blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; camouflage; conceal; cover; envelop; mantle; mask; shroud; swathe; veil; wrap
verstoppen blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil hide
volkomen negeren hush up; keep quiet; keep under wraps
wegstoppen blur; conceal; disguise; hide; hush up hide away; lock up; put away; stash away; stuff away; tuck away
- gloss over; hush; quieten; shut up; silence; sleek over; still; whitewash

Synoniemen voor "hush up":


Antoniemen van "hush up":

  • louden

Verwante definities voor "hush up":

  1. cause to be quiet or not talk1
  2. cover up a misdemeanor, fault, or error1

Wiktionary: hush up

hush up
verb
  1. to keep secret

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van hush up