Impeccability in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

impeccability:
- netheid; ordelijkheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; smetteloosheid; properheid; keurigheid

Engels

Uitgebreide vertaling voor impeccability (Engels) in het Nederlands

impeccability:

impeccability [the ~] zelfstandig naamwoord

the impeccability (perfection; neatness; spotlessness; mirth; orderliness; tidiness; pleasure; joy; purity; soundness; merriment; stainlessness; light-heartedness; faultlessness; irreprochability)
de netheid; de ordelijkheid; de onberispelijkheid; de opgeruimdheid; smetteloosheid; de properheid; de keurigheid
- netheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ordelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onberispelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opgeruimdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- smetteloosheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- properheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- keurigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor impeccability:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
keurigheid	faultlessness; impeccability; irreprochability; joy; light-heartedness; merriment; mirth; neatness; orderliness; perfection; pleasure; purity; soundness; spotlessness; stainlessness; tidiness	becomingness; decency; gentility; neatness; orderliness; propriety; respectability; seemliness; tidiness
netheid	faultlessness; impeccability; irreprochability; joy; light-heartedness; merriment; mirth; neatness; orderliness; perfection; pleasure; purity; soundness; spotlessness; stainlessness; tidiness	becomingness; decency; gentility; neatness; orderliness; propriety; respectability; seemliness; tidiness
onberispelijkheid	faultlessness; impeccability; irreprochability; joy; light-heartedness; merriment; mirth; neatness; orderliness; perfection; pleasure; purity; soundness; spotlessness; stainlessness; tidiness	decency; neatness; orderliness; tidiness
opgeruimdheid	faultlessness; impeccability; irreprochability; joy; light-heartedness; merriment; mirth; neatness; orderliness; perfection; pleasure; purity; soundness; spotlessness; stainlessness; tidiness
ordelijkheid	faultlessness; impeccability; irreprochability; joy; light-heartedness; merriment; mirth; neatness; orderliness; perfection; pleasure; purity; soundness; spotlessness; stainlessness; tidiness	decency; neatness; orderliness; tidiness
properheid	faultlessness; impeccability; irreprochability; joy; light-heartedness; merriment; mirth; neatness; orderliness; perfection; pleasure; purity; soundness; spotlessness; stainlessness; tidiness	tidiness
smetteloosheid	faultlessness; impeccability; irreprochability; joy; light-heartedness; merriment; mirth; neatness; orderliness; perfection; pleasure; purity; soundness; spotlessness; stainlessness; tidiness
-	faultlessness

Synoniemen voor "impeccability":

Verwante definities voor "impeccability":

the quality of being exempt from sin or incapable of sinning¹
the quality of being without an error or fault¹

Remove Ads

Vertaal impeccability van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor impeccability (Engels) in het Nederlands

impeccability:

impeccability [the ~] zelfstandig naamwoord

the impeccability (perfection; neatness; spotlessness; mirth; orderliness; tidiness; pleasure; joy; purity; soundness; merriment; stainlessness; light-heartedness; faultlessness; irreprochability)

Vertaal Matrix voor impeccability:

Synoniemen voor "impeccability":

Verwante definities voor "impeccability":