Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. inefficiency:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor inefficiency (Engels) in het Nederlands

inefficiency:

inefficiency [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the inefficiency (ineffectiveness)
    de ondoelmatigheid

Vertaal Matrix voor inefficiency:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ondoelmatigheid ineffectiveness; inefficiency
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ineffectiveness

Verwante woorden van "inefficiency":


Synoniemen voor "inefficiency":

  • unskillfulness

Antoniemen van "inefficiency":


Verwante definities voor "inefficiency":

  1. unskillfulness resulting from a lack of efficiency1

Wiktionary: inefficiency

inefficiency
noun
  1. degree or measure of someone or something's lack of efficiency or effectiveness