Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. inflammation:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor inflammation (Engels) in het Nederlands

inflammation:

inflammation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the inflammation (infection)
    de ontsteking; de infectie
  2. the inflammation (ignition; fuse; fuze)
    ontbranden; ontvlammen

Vertaal Matrix voor inflammation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
infectie infection; inflammation
ontbranden fuse; fuze; ignition; inflammation
ontsteking infection; inflammation fuse; fuze; kernel; pip; pith; wick
ontvlammen fuse; fuze; ignition; inflammation
- excitation; excitement; fervor; fervour; firing; ignition; inflaming; kindling; lighting; redness; rubor
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontbranden burn loose; catch fire; flare up; ignite; inflame; take fire
ontvlammen burn loose; catch fire; flare up; ignite; inflame; take fire

Verwante woorden van "inflammation":

  • inflammations

Synoniemen voor "inflammation":


Verwante definities voor "inflammation":

  1. the act of setting something on fire1
  2. arousal to violent emotion1
  3. the state of being emotionally aroused and worked up1
    • he tried to calm those who were in a state of extreme inflammation1
  4. a response of body tissues to injury or irritation; characterized by pain and swelling and redness and heat1

Wiktionary: inflammation

inflammation
noun
  1. ontsteking
  2. (medisch) ontsteking

Cross Translation:
FromToVia
inflammation ontsteking EntzündungMedizin: Erkrankung eines Körperorgans, die sich durch Rötung, Anschwellung und Schmerzen bemerkbar macht
inflammation ontsteking Entzündung — in Flammen aufgehen eines brennbaren Materials; leitet eine Verbrennung ein

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van inflammation