Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- initiating:
-
initiate:
- initiëren; op gang brengen; suggereren; naar voren brengen; opperen; ontgroenen; inaugureren; inwijden; plechtig bevestigen; inhuldigen; erbij betrekken; ter sprake brengen; aanvoeren; entameren; aansnijden; opwerpen; aankaarten; te berde brengen; op tafel leggen; poneren; uitnodigen; engageren; inviteren
- insider; ingewijde; adept
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor initiating (Engels) in het Nederlands
initiating:
-
the initiating
de ontgroening
Vertaal Matrix voor initiating:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ontgroening | initiating |
Verwante woorden van "initiating":
initiating vorm van initiate:
-
to initiate (start off; set)
-
to initiate (suggest; prompt; raise; bring in)
suggereren; naar voren brengen; opperen-
naar voren brengen werkwoord (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
-
to initiate
-
to initiate (inaugurate; install; instal)
-
to initiate (engage; operationalize; begin)
erbij betrekken-
erbij betrekken werkwoord (betrek erbij, betrekt erbij, betrok erbij, betrokken erbij, erbij betrokken)
-
-
to initiate (broach a subject; raise; put forward; broach; sting; reap; bring up; put on the table; cut into; throw up; toss up; cut; toss in the air)
ter sprake brengen; aanvoeren; entameren; aansnijden; opwerpen; aankaarten; te berde brengen; op tafel leggen; opperen-
ter sprake brengen werkwoord (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
-
entameren werkwoord
-
te berde brengen werkwoord (breng te berde, brengt te berde, bracht te berde, brachten te berde, bracht te berde)
-
op tafel leggen werkwoord
-
-
to initiate (propose; raise; bring forward; bring in; present; introduce; nominate)
naar voren brengen; opperen; poneren-
naar voren brengen werkwoord (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
-
-
to initiate (invite; engage; invoke; enlist; operationalize; begin; call in)
Conjugations for initiate:
present
- initiate
- initiate
- initiates
- initiate
- initiate
- initiate
simple past
- initiated
- initiated
- initiated
- initiated
- initiated
- initiated
present perfect
- have initiated
- have initiated
- has initiated
- have initiated
- have initiated
- have initiated
past continuous
- was initiating
- were initiating
- was initiating
- were initiating
- were initiating
- were initiating
future
- shall initiate
- will initiate
- will initiate
- shall initiate
- will initiate
- will initiate
continuous present
- am initiating
- are initiating
- is initiating
- are initiating
- are initiating
- are initiating
subjunctive
- be initiated
- be initiated
- be initiated
- be initiated
- be initiated
- be initiated
diverse
- initiate!
- let's initiate!
- initiated
- initiating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the initiate (insider)
Vertaal Matrix voor initiate:
Verwante woorden van "initiate":
Synoniemen voor "initiate":
Antoniemen van "initiate":
Verwante definities voor "initiate":
Wiktionary: initiate
initiate
Cross Translation:
verb
noun
initiate
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• initiate | → inwijden | ↔ initier — recevoir au nombre de ceux qui font profession de quelque culte particulier, admettre à la connaissance et à la participation de certaines cérémonies secrètes qui regarder le culte particulier de quelque divinité. |