Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. insulin:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor insulin (Engels) in het Nederlands

insulin:

insulin [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the insulin
    de insuline

Vertaal Matrix voor insulin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
insuline insulin

Synoniemen voor "insulin":

  • hormone; endocrine; internal secretion; hypoglycemic agent; hypoglycaemic agent

Verwante definities voor "insulin":

  1. hormone secreted by the isles of Langerhans in the pancreas; regulates storage of glycogen in the liver and accelerates oxidation of sugar in cells1

Wiktionary: insulin

insulin
noun
  1. polypeptide hormone
insulin
noun
  1. een hormoon gemaakt in de bètacellen van de pancreas in de zogenaamde eilandjes van Langerhans, dat de lever aanzet bloedglucose op te nemen en op te slaan in de vorm van glycogeen