Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. itchiness:
  2. itchy:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor itchiness (Engels) in het Nederlands

itchiness:

itchiness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the itchiness (itch; itching; tickle; tickling; itches)
    de jeuk; jeukerigheid; de kriebel
    • jeuk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • jeukerigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
    • kriebel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor itchiness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jeuk itch; itches; itchiness; itching; tickle; tickling
jeukerigheid itch; itches; itchiness; itching; tickle; tickling
kriebel itch; itches; itchiness; itching; tickle; tickling
- itch; itching

Verwante woorden van "itchiness":


Synoniemen voor "itchiness":

  • itch; itching; cutaneous sensation; haptic sensation; skin sensation

Verwante definities voor "itchiness":

  1. an irritating cutaneous sensation that produces a desire to scratch1

itchy:

itchy bijvoeglijk naamwoord

  1. itchy (tickling; scratchy)
    kriebelig; prikkelig; kriebeling veroorzakend
  2. itchy (scratchy; itching)
    jeukerig
  3. itchy (tickling; itching; titillating)
    kietelend; kittelachtig

Vertaal Matrix voor itchy:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jeukerig itching; itchy; scratchy
kittelachtig itching; itchy; tickling; titillating
kriebelig itchy; scratchy; tickling
- antsy; fidgety; fretful
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kietelend itching; itchy; tickling; titillating
kriebeling veroorzakend itchy; scratchy; tickling
prikkelig itchy; scratchy; tickling

Verwante woorden van "itchy":


Synoniemen voor "itchy":


Verwante definities voor "itchy":

  1. causing an irritating cutaneous sensation; being affect with an itch1
    • he had an itchy toe from the mosquito bite1
  2. nervous and unable to relax1

Wiktionary: itchy

itchy
adjective
  1. having or creating an itch