Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. keywords:
  2. keyword:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor keywords (Engels) in het Nederlands

keywords:

keywords [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the keywords (catchwords)
    de trefwoorden; de steekwoorden

Vertaal Matrix voor keywords:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
steekwoorden catchwords; keywords
trefwoorden catchwords; keywords

Verwante woorden van "keywords":


keyword:

keyword [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the keyword
    het steekwoord
  2. the keyword
    – Any of the set of words that comprises a given programming language or set of operating-system routines. 1
    het sleutelwoord
  3. the keyword
    – A characteristic word, phrase, or code that is used to conduct sorting or searching operations. 1
    het trefwoord
  4. the keyword
    – In Visual SourceSafe, a version marker that you can place in a text file for later use in keyword expansion. 1
    het sleutelwoord

Vertaal Matrix voor keyword:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sleutelwoord keyword
steekwoord keyword
trefwoord keyword entry; headword

Verwante woorden van "keyword":


Verwante definities voor "keyword":

  1. Any of the set of words that comprises a given programming language or set of operating-system routines.1
  2. A characteristic word, phrase, or code that is used to conduct sorting or searching operations.1
  3. In Visual SourceSafe, a version marker that you can place in a text file for later use in keyword expansion.1

Wiktionary: keyword

keyword
noun
  1. word used as a key to a code
keyword
noun
  1. spelwoord
  2. sleutelwoord gebruikt bij een zoekopdracht