Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lifetimes:
  2. lifetime:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor lifetimes (Engels) in het Nederlands

lifetimes:

lifetimes [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lifetimes (lives; existences)
    de levens
    • levens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor lifetimes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
levens existences; lifetimes; lives

Verwante woorden van "lifetimes":


lifetime:

lifetime [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lifetime (life span; age)
    de oudheid
    • oudheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the lifetime
    de mensenleeftijd
  3. the lifetime
    – The time period that begins when an object is allocated in memory and ends when the garbage collector deletes the object from memory. 1

Vertaal Matrix voor lifetime:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
levensduur life; lifespan; service life
mensenleeftijd lifetime
oudheid age; life span; lifetime
- life; life-time; lifespan
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
levensduur lifetime

Verwante woorden van "lifetime":


Synoniemen voor "lifetime":


Verwante definities voor "lifetime":

  1. the period during which something is functional (as between birth and death)2
  2. The time period that begins when an object is allocated in memory and ends when the garbage collector deletes the object from memory.1

Wiktionary: lifetime


Cross Translation:
FromToVia
lifetime levensduur Lebensdauer — der Zeitraum, in dem ein Objekt funktioniert