Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. machines:
  2. machine:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor machines (Engels) in het Nederlands

machines:

machines [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the machines (appliances)
    de apparaten; de toestellen

Vertaal Matrix voor machines:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apparaten appliances; machines
toestellen appliances; machines

Verwante woorden van "machines":


machines vorm van machine:

machine [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the machine (machinery; device; engine)
    de machine
    • machine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the machine (apparatus; device; appliance)
    het apparaat; de toestel
    • apparaat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toestel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor machine:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apparaat apparatus; appliance; device; machine device
machine device; engine; machine; machinery machinery
toestel apparatus; appliance; device; machine
- auto; automobile; car; motorcar; political machine; simple machine

Verwante woorden van "machine":


Synoniemen voor "machine":


Verwante definities voor "machine":

  1. a motor vehicle with four wheels; usually propelled by an internal combustion engine1
  2. any mechanical or electrical device that transmits or modifies energy to perform or assist in the performance of human tasks1
  3. a device for overcoming resistance at one point by applying force at some other point1
  4. a group that controls the activities of a political party1
    • he was endorsed by the Democratic machine1
  5. an intricate organization that accomplishes its goals efficiently1
    • the war machine1
  6. an efficient person1
    • the boxer was a magnificent fighting machine1
  7. make by machinery1
  8. turn, shape, mold, or otherwise finish by machinery1
  9. A computer, either physical or virtual, capable of processing information to produce a desired result.2

Wiktionary: machine

machine
noun
  1. archaic: vehicle, automobile
  2. a person who is very proficient
  3. mechanical or electrical device
machine
noun
  1. werktuigbouwkunde|nld een mechanisme dat een vorm van beweging of energie in een andere vorm van beweging of energie kan omzetten

Cross Translation:
FromToVia
machine machine Maschinemechanisches Arbeitsmittel bzw. Produktionsmittel
machine fiets; rijwiel; tweewieler; zwijntje; velo; stalen ros bécane — (familier, fr) bicyclette ; vélo.

Verwante vertalingen van machines