Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mediators:
  2. mediator:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor mediators (Engels) in het Nederlands

mediators:

mediators [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the mediators (middlemen; agents; go-between)
    de bemiddelaars

Vertaal Matrix voor mediators:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bemiddelaars agents; go-between; mediators; middlemen

Verwante woorden van "mediators":


mediator:

mediator [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the mediator (go-between; intermediary; intercessor; negotiator)
    de intermediair; de tussenpersoon; de bemiddelaar
  2. the mediator (negotiator; intercessor)
    de onderhandelaar
  3. the mediator
    de bemiddelaar

Vertaal Matrix voor mediator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bemiddelaar go-between; intercessor; intermediary; mediator; negotiator
intermediair go-between; intercessor; intermediary; mediator; negotiator intermediary; medium
onderhandelaar intercessor; mediator; negotiator
tussenpersoon go-between; intercessor; intermediary; mediator; negotiator
- go-between; intercessor; intermediary; intermediator
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intermediair intermediary
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- arbitrator; conciliator; diplomat; official conciliator; peacemaker

Verwante woorden van "mediator":


Synoniemen voor "mediator":


Verwante definities voor "mediator":

  1. a negotiator who acts as a link between parties1
  2. A process, controlled by the Process Control service, used to preserve information when the service starts and stops.2

Wiktionary: mediator

mediator
noun
  1. one who negotiates between parties seeking mutual agreement