Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. name-calling:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor name-calling (Engels) in het Nederlands

name-calling:

name-calling [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the name-calling (roaring; yelling; howling)
    het getier; gescheld
    • getier [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gescheld [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor name-calling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gescheld howling; name-calling; roaring; yelling jeering; slanging-match; sneering
getier howling; name-calling; roaring; yelling

Wiktionary: name-calling

name-calling
noun
  1. abusive or insulting language

Verwante vertalingen van name-calling