Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. opportunist:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor opportunist (Engels) in het Nederlands

opportunist:

opportunist [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the opportunist (hanger-on)
    de meeloper
    • meeloper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the opportunist
    de opportunist

Vertaal Matrix voor opportunist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meeloper hanger-on; opportunist
opportunist opportunist
- self-seeker
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- opportunistic; timeserving
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- fellow-traveller; turncoat

Verwante woorden van "opportunist":

  • opportunists

Synoniemen voor "opportunist":

  • opportunistic; timeserving; expedient
  • self-seeker; selfish person

Verwante definities voor "opportunist":

  1. taking immediate advantage, often unethically, of any circumstance of possible benefit1
  2. a person who places expediency above principle1

Wiktionary: opportunist

opportunist
noun
  1. someone who takes advantage of any opportunity

Computer vertaling door derden: