Engels
Uitgebreide vertaling voor overlook (Engels) in het Nederlands
overlook:
-
to overlook (miss)
-
to overlook (miss)
-
to overlook
over het hoofd zien-
over het hoofd zien werkwoord
-
Conjugations for overlook:
present
- overlook
- overlook
- overlooks
- overlook
- overlook
- overlook
simple past
- overlooked
- overlooked
- overlooked
- overlooked
- overlooked
- overlooked
present perfect
- have overlooked
- have overlooked
- has overlooked
- have overlooked
- have overlooked
- have overlooked
past continuous
- was overlooking
- were overlooking
- was overlooking
- were overlooking
- were overlooking
- were overlooking
future
- shall overlook
- will overlook
- will overlook
- shall overlook
- will overlook
- will overlook
continuous present
- am overlooking
- are overlooking
- is overlooking
- are overlooking
- are overlooking
- are overlooking
subjunctive
- be overlooked
- be overlooked
- be overlooked
- be overlooked
- be overlooked
- be overlooked
diverse
- overlook!
- let's overlook!
- overlooked
- overlooking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor overlook:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
iets mislopen | miss; overlook | |
mislopen | miss; overlook | fail; fall flat; flop; go wrong; lose one's face; meet with disaster |
missen | miss; overlook | be lost; be missed; be missing; lose; miss |
over het hoofd zien | overlook | |
voorbijzien | miss; overlook | |
- | command; dominate; drop; leave out; look across; look out on; look out over; miss; neglect; omit; overleap; overtop; pretermit |
Verwante woorden van "overlook":
Synoniemen voor "overlook":
Antoniemen van "overlook":
Verwante definities voor "overlook":
Wiktionary: overlook
overlook
Cross Translation:
verb
-
to fail to notice; to look over and beyond (anything) without seeing it
- overlook → over het hoofd zien
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overlook | → achteloos voorbijgaan aan; geen aandacht schenken aan; achterstellen; verwaarlozen; verzaken; een hekel hebben aan; minachten; versmaden; inbreuk maken op; verachten | ↔ dédaigner — considérer avec dédain. |
• overlook | → achteloos voorbijgaan aan; geen aandacht schenken aan; achterstellen; verwaarlozen; verzaken | ↔ négliger — Ne pas prendre soin d’une chose dont on devoir s’occuper. |
• overlook | → nalaten; uitlaten; verzaken; verzuimen; weglaten | ↔ omettre — manquer, soit volontairement, soit involontairement, à faire ou à dire ce qu’on pouvait, ce qu’on devait faire ou dire. |
Computer vertaling door derden: