Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. parasols:
  2. parasol:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor parasols (Engels) in het Nederlands

parasols:

parasols [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the parasols (sunshades)
    de parasols
    • parasols [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. the parasols (sun blinds; sun shades)
    de zonneschermen

Vertaal Matrix voor parasols:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
parasols parasols; sunshades
zonneschermen parasols; sun blinds; sun shades

Verwante woorden van "parasols":


parasol:

parasol [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the parasol (sun screen; sun blind; sunshade; sun shade)
    de markies; de parasol; de zonnescherm; de zonwering

Vertaal Matrix voor parasol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
markies parasol; sun blind; sun screen; sun shade; sunshade
parasol parasol; sun blind; sun screen; sun shade; sunshade
zonnescherm parasol; sun blind; sun screen; sun shade; sunshade
zonwering parasol; sun blind; sun screen; sun shade; sunshade
- sunshade

Verwante woorden van "parasol":


Synoniemen voor "parasol":


Verwante definities voor "parasol":

  1. a handheld collapsible source of shade1

Wiktionary: parasol

parasol
Cross Translation:
FromToVia
parasol scherm; paraplu; parasol ombrelle — Petit parasol dont se servent surtout les femmes.