Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. preposition:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor preposition (Engels) in het Nederlands

preposition:

preposition [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the preposition
    het voorzetsel

Vertaal Matrix voor preposition:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voorzetsel preposition

Verwante woorden van "preposition":


Synoniemen voor "preposition":


Verwante definities voor "preposition":

  1. a function word that combines with a noun or pronoun or noun phrase to form a prepositional phrase that can have an adverbial or adjectival relation to some other word1
  2. (linguistics) the placing of one linguistic element before another (as placing a modifier before the word it modifies in a sentence or placing an affix before the base to which it is attached)1

Wiktionary: preposition

preposition
noun
  1. grammar: a type of word like "of, from, for, by"
preposition
noun
  1. een onverbuigbaar woord dat de aard van de relatie tussen verschillende elementen in de zin aangeeft

Cross Translation:
FromToVia
preposition voorzetsel PräpositionLinguistik/Sprachwissenschaft: unflektierbares Wort, das eine Ergänzung in einem bestimmten Kasus fordert
preposition voorzetsel préposition — Mot-outil

Computer vertaling door derden: