Engels

Uitgebreide vertaling voor procuring (Engels) in het Nederlands

procuring:

procuring [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the procuring (coupling; linking; pandering; )
    de koppeling; koppelen

Vertaal Matrix voor procuring:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koppelen attaching; coupling; docking; linking; making a match; pandering; procuring
koppeling attaching; coupling; docking; linking; making a match; pandering; procuring OLE/DDE link; association; combination; connection; junction; liaison; link; linking; linking together; union
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koppelen associate; attach; combine; connect; couple; dock; join; link; linking; make a match; mount; pair; pander; plumb; unite
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
koppelen device pairing; linking; pairing

Wiktionary: procuring


Cross Translation:
FromToVia
procuring inkoop BeschaffungBetriebswirtschaftslehre: neben der Produktion und dem Absatz die dritte betriebliche Grundfunktion; Grundvorgang des Besorgens von Roh-, Hilfs- und Betriebsstoffen sowie von Dienstleistungen für die Produktion von Gütern

procuring vorm van procure:

to procure werkwoord (procures, procured, procuring)

  1. to procure (obtain; acquire; gain; come by)
    verkrijgen; verwerven
    • verkrijgen werkwoord (verkrijg, verkrijgt, verkreeg, verkregen, verkregen)
    • verwerven werkwoord (verwerf, verwerft, verwierf, verwierven, verworven)
  2. to procure
    – To obtain the work and material resources required to complete a project. 1
    aanschaffen
    • aanschaffen werkwoord (schaf aan, schaft aan, schafte aan, schaften aan, aangeschaft)

Conjugations for procure:

present
  1. procure
  2. procure
  3. procures
  4. procure
  5. procure
  6. procure
simple past
  1. procured
  2. procured
  3. procured
  4. procured
  5. procured
  6. procured
present perfect
  1. have procured
  2. have procured
  3. has procured
  4. have procured
  5. have procured
  6. have procured
past continuous
  1. was procuring
  2. were procuring
  3. was procuring
  4. were procuring
  5. were procuring
  6. were procuring
future
  1. shall procure
  2. will procure
  3. will procure
  4. shall procure
  5. will procure
  6. will procure
continuous present
  1. am procuring
  2. are procuring
  3. is procuring
  4. are procuring
  5. are procuring
  6. are procuring
subjunctive
  1. be procured
  2. be procured
  3. be procured
  4. be procured
  5. be procured
  6. be procured
diverse
  1. procure!
  2. let's procure!
  3. procured
  4. procuring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor procure:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanschaffen procure acquire; buy; obtain; purchase
verkrijgen acquire; come by; gain; obtain; procure acquire; buy; gain; get hold of; get hold of something; get one's hands on; lay one's hands on; obtain; purchase; receive for one's portion; secure; seize; seize upon; take possession of; win
verwerven acquire; come by; gain; obtain; procure acquire; buy; get hold of something; get the hang of; lay one's hands on; learn; obtain; pick up; purchase; secure; seize; study; take possession of
- pander; pimp; secure
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bring about; gather; obtain; pick up; secure

Synoniemen voor "procure":


Verwante definities voor "procure":

  1. arrange for sexual partners for others2
  2. get by special effort2
    • He procured extra cigarettes even though they were rationed2
  3. To obtain the work and material resources required to complete a project.1

Wiktionary: procure

procure
verb
  1. To acquire or obtain an item or service
  2. -

Cross Translation:
FromToVia
procure verstrekken verschaffen — sich etwas besorgen; dafür sorgen, dass jemand etwas bekommt
procure bevelen; gelasten; sommeren; verordenen; voorschrijven; aanvragen; bestellen commander — Ordonner, enjoindre quelque chose à quelqu’un. (Sens général).
procure bemiddelen; beleggen; houden; teweegbrengen; uitschrijven; aandoen; aanrichten; stichten; veroorzaken; uitreiken; verschaffen; verstrekken procurerfaire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins.

Computer vertaling door derden: