Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. revival:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor revival (Engels) in het Nederlands

revival:

revival [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the revival (repeat; reprise; reprize)
    de reprise; de herhaling; nog eens doen
  2. the revival (pickup; recovery)
    de opleving; de herleving; de opbloei
    • opleving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • herleving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • opbloei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the revival (rebirth; renaissance; reincarnation)
    de renaissance; de wedergeboorte
  4. the revival (comeback; resurgence; renascence; rebirth)
    de herleving; de comeback
    • herleving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • comeback [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor revival:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comeback comeback; rebirth; renascence; resurgence; revival
herhaling repeat; reprise; reprize; revival rebroadcast; repeat; repetition; rerun
herleving comeback; pickup; rebirth; recovery; renascence; resurgence; revival
nog eens doen repeat; reprise; reprize; revival
opbloei pickup; recovery; revival blooming; blossom
opleving pickup; recovery; revival
renaissance rebirth; reincarnation; renaissance; revival
reprise repeat; reprise; reprize; revival
wedergeboorte rebirth; reincarnation; renaissance; revival
- resurgence; revitalisation; revitalization; revival meeting; revivification
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- religious revival; renewal

Verwante woorden van "revival":

  • revivals

Synoniemen voor "revival":


Verwante definities voor "revival":

  1. bringing again into activity and prominence1
    • the revival of trade1
    • a revival of a neglected play by Moliere1
    • the Gothic revival in architecture1
  2. an evangelistic meeting intended to reawaken interest in religion1

Wiktionary: revival

revival
noun
  1. to be checked

Computer vertaling door derden: