Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal riveted

Vertaal riveted van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

riveted:
- vastgeklonken; geklonken
rivet:
- klinknagel; klinkbout
Wiktionary:
- rivet → klinknagel
- rivet → popnagelen
- rivet → boeien

Engels

Uitgebreide vertaling voor riveted (Engels) in het Nederlands

riveted:

riveted bijvoeglijk naamwoord

riveted
vastgeklonken; geklonken
- vastgeklonken bijvoeglijk naamwoord
- geklonken bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor riveted:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geklonken	riveted
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vastgeklonken	riveted

Verwante woorden van "riveted":

rivet

rivet:

rivet [the ~] zelfstandig naamwoord

the rivet (clinch bolt)
de klinknagel; klinkbout
- klinknagel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- klinkbout [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rivet:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
klinkbout	clinch bolt; rivet
klinknagel	clinch bolt; rivet	nail
-	stud
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	center; centre; concentrate; focus; pore

Verwante woorden van "rivet":

riveted, rivets

Synoniemen voor "rivet":

stud; decoration; ornament; ornamentation
pin
concentrate; focus; center; centre; pore; think; cogitate; cerebrate
fasten; fix; secure
absorb; engross; engage; occupy

Verwante definities voor "rivet":

heavy pin having a head at one end and the other end being hammered flat after being passed through holes in the pieces that are fastened together¹
ornament consisting of a circular rounded protuberance (as on a vault or shield or belt)¹
direct one's attention on something¹
hold (someone's attention)¹
- The discovery of the skull riveted the paleontologists¹
fasten with a rivet or rivets¹

Wiktionary: rivet

rivet

noun

cylindrical mechanical fastener
- rivet → klinknagel

verb

to attach or fasten parts by using rivets
- rivet → popnagelen

Cross Translation:

From	To	Via
• rivet	→ boeien	↔ fesseln — jemanden stark beeindrucken, für sich einnehmen

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University