Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- shelves:
- shelf:
- shelve:
-
Wiktionary:
- shelf → schap, rek, legplank
- shelf → plank, schap, bord, tablet, bed, bloemperk, perk, tuinbed, boord, revers, plankje
- shelve → aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven, achteruitlopen, terugdeinzen, teruggaan, achteruitgaan, terrein verliezen, teruglopen, verlopen, toegeven, afstaan, wijken, afdanken, afmonsteren, doorsturen, doorzenden, heruitzenden, ontslaan, ontzetten, refereren, reflecteren, retourneren, royeren, spiegelen, terugbezorgen, teruggooien, terugkaatsen, terugsturen, terugwerpen, terugwijzen, uitdrijven, verdrijven, verjagen, verwijzen, weerkaatsen, weerspiegelen, wegdrijven, wegjagen, vertragen
Engels
Uitgebreide vertaling voor shelves (Engels) in het Nederlands
shelves:
-
the shelves (rack)
-
the shelves
-
the shelves (boards; store-shelves; cupboards; linen cupboards)
Vertaal Matrix voor shelves:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
latwerk | rack; shelves | lattice work |
legborden | boards; cupboards; linen cupboards; shelves; store-shelves | |
planken | boards; cupboards; linen cupboards; shelves; store-shelves | |
rek | rack; shelves | drying frame; elasticity; grid; matrix |
schappen | shelves | |
stellage | rack; shelves | |
stelling | rack; shelves | assertion; definition of a problem; hypotheses; hypothesis; postulate; premise; statement; thesis |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rek | rack | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | bookcase |
Verwante woorden van "shelves":
shelves vorm van shelf:
Vertaal Matrix voor shelf:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lat | board; shelf | |
legbord | board; plank; shelf; shelve | |
plank | shelf | |
schap | shelf | |
schroot | board; shelf | old iron; refuse iron; scrap; scrap iron; scrap metal |
smalle plank | board; shelf | |
- | ledge | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | ledge |
Verwante woorden van "shelf":
Synoniemen voor "shelf":
Verwante definities voor "shelf":
Wiktionary: shelf
shelf
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• shelf | → plank; schap | ↔ Etagere — veraltend: Regalbrett, offenes Regal für Bücher, Geschirr, Gewürze, Toilettartikel und andere Dinge |
• shelf | → plank; bord; tablet; schap; bed; bloemperk; perk; tuinbed | ↔ planche — ais de bois, mince et long |
• shelf | → boord; revers | ↔ rebord — bord élever et ordinairement ajouter, rapporter. |
• shelf | → tablet; plankje | ↔ tablette — plaque de petite dimension présentant une surface plane et une faible épaisseur, sur laquelle on peut tracer ou graver des signes. |
• shelf | → schap; plank | ↔ étagère — Meuble constitué de planches superposées. |
shelves vorm van shelve:
Conjugations for shelve:
present
- shelve
- shelve
- shelves
- shelve
- shelve
- shelve
simple past
- shelved
- shelved
- shelved
- shelved
- shelved
- shelved
present perfect
- have shelved
- have shelved
- has shelved
- have shelved
- have shelved
- have shelved
past continuous
- was shelving
- were shelving
- was shelving
- were shelving
- were shelving
- were shelving
future
- shall shelve
- will shelve
- will shelve
- shall shelve
- will shelve
- will shelve
continuous present
- am shelving
- are shelving
- is shelving
- are shelving
- are shelving
- are shelving
subjunctive
- be shelved
- be shelved
- be shelved
- be shelved
- be shelved
- be shelved
diverse
- shelve!
- let's shelve!
- shelved
- shelving
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor shelve:
Verwante woorden van "shelve":
Synoniemen voor "shelve":
Verwante definities voor "shelve":
Wiktionary: shelve
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• shelve | → aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven | ↔ ajourner — remettre à un autre jour. |
• shelve | → achteruitlopen; terugdeinzen; teruggaan; achteruitgaan; terrein verliezen; teruglopen; verlopen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven; toegeven; afstaan; wijken | ↔ reculer — tirer ou pousser un objet en arrière. |
• shelve | → aanhouden; afdanken; afmonsteren; doorsturen; doorzenden; heruitzenden; ontslaan; ontzetten; refereren; reflecteren; retourneren; royeren; spiegelen; terugbezorgen; teruggooien; terugkaatsen; terugsturen; terugwerpen; terugwijzen; uitdrijven; uitstellen; verdagen; verdrijven; verjagen; verschuiven; verwijzen; weerkaatsen; weerspiegelen; wegdrijven; wegjagen | ↔ renvoyer — envoyer de nouveau. |
• shelve | → vertragen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven | ↔ retarder — différer, temporiser. |