Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. slivers:
  2. sliver:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor slivers (Engels) in het Nederlands

slivers:

slivers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the slivers (strips; fingers)
    reepjes
    • reepjes [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. the slivers (chippings; snips; scraps; )
    de snippers; de spaanders
    • snippers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • spaanders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. the slivers (clippings; snips; cuttings; scraps; shreds)
    de knipsels
    • knipsels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor slivers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knipsels clippings; cuttings; scraps; shreds; slivers; snips
reepjes fingers; slivers; strips
snippers chippings; clippings; cuttings; lumps; scraps; shreds; slivers; snips
spaanders chippings; clippings; cuttings; lumps; scraps; shreds; slivers; snips

Verwante woorden van "slivers":


slivers vorm van sliver:

to sliver werkwoord (slivers, slivered, slivering)

  1. to sliver (splinter)
    versplinteren
    • versplinteren werkwoord (versplinter, versplintert, versplinterde, versplinterden, versplinterd)

Conjugations for sliver:

present
  1. sliver
  2. sliver
  3. slivers
  4. sliver
  5. sliver
  6. sliver
simple past
  1. slivered
  2. slivered
  3. slivered
  4. slivered
  5. slivered
  6. slivered
present perfect
  1. have slivered
  2. have slivered
  3. has slivered
  4. have slivered
  5. have slivered
  6. have slivered
past continuous
  1. was slivering
  2. were slivering
  3. was slivering
  4. were slivering
  5. were slivering
  6. were slivering
future
  1. shall sliver
  2. will sliver
  3. will sliver
  4. shall sliver
  5. will sliver
  6. will sliver
continuous present
  1. am slivering
  2. are slivering
  3. is slivering
  4. are slivering
  5. are slivering
  6. are slivering
subjunctive
  1. be slivered
  2. be slivered
  3. be slivered
  4. be slivered
  5. be slivered
  6. be slivered
diverse
  1. sliver!
  2. let's sliver!
  3. slivered
  4. slivering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

sliver [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sliver (cutting; clipping)
    het knipsel; het uitknipsel
  2. the sliver (flake; chip; shaving)
    de spaander
    • spaander [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sliver:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knipsel clipping; cutting; sliver scrap; snip
spaander chip; flake; shaving; sliver
uitknipsel clipping; cutting; sliver
- paring; shaving; splinter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
versplinteren sliver; splinter
- splinter

Verwante woorden van "sliver":


Synoniemen voor "sliver":


Verwante definities voor "sliver":

  1. a thin fragment or slice (especially of wood) that has been shaved from something1
  2. a small thin sharp bit or wood or glass or metal1
    • it broke into slivers1
  3. form into slivers1
    • sliver wood1
  4. break up into splinters or slivers1
  5. divide into slivers or splinters1

Wiktionary: sliver


Cross Translation:
FromToVia
sliver splinter écharde — Petit éclat piquant de matériau rigide
sliver scherf; splinter; uitbarsting; schittering éclatpartie détacher brusquement d’un corps qui éclater.

Computer vertaling door derden: