Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. solace:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor solace (Engels) in het Nederlands

solace:

solace [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the solace (consolation; comfort)
    de troost; troosting; de vertroosting
  2. the solace (comfort)
    het soelaas
    • soelaas [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. the solace
    het solaas
    • solaas [het ~] zelfstandig naamwoord

to solace werkwoord (solaces, solaced, solacing)

  1. to solace (cheer up; console; comfort)
    opbeuren; bemoedigen
    • opbeuren werkwoord (beur op, beurt op, beurde op, beurden op, opgebeurd)
    • bemoedigen werkwoord (bemoedig, bemoedigt, bemoedigde, bemoedigden, bemoedigd)

Conjugations for solace:

present
  1. solace
  2. solace
  3. solaces
  4. solace
  5. solace
  6. solace
simple past
  1. solaced
  2. solaced
  3. solaced
  4. solaced
  5. solaced
  6. solaced
present perfect
  1. have solaced
  2. have solaced
  3. has solaced
  4. have solaced
  5. have solaced
  6. have solaced
past continuous
  1. was solacing
  2. were solacing
  3. was solacing
  4. were solacing
  5. were solacing
  6. were solacing
future
  1. shall solace
  2. will solace
  3. will solace
  4. shall solace
  5. will solace
  6. will solace
continuous present
  1. am solacing
  2. are solacing
  3. is solacing
  4. are solacing
  5. are solacing
  6. are solacing
subjunctive
  1. be solaced
  2. be solaced
  3. be solaced
  4. be solaced
  5. be solaced
  6. be solaced
diverse
  1. solace!
  2. let's solace!
  3. solaced
  4. solacing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor solace:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soelaas comfort; solace
solaas solace
troost comfort; consolation; solace
troosting comfort; consolation; solace
vertroosting comfort; consolation; solace comfort; consolation; encouragement; relief
- comfort; consolation; solacement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bemoedigen cheer up; comfort; console; solace comfort; encourage
opbeuren cheer up; comfort; console; solace comfort
- comfort; console; soothe
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- comfort; compensation; reimbursement; soothe

Verwante woorden van "solace":


Synoniemen voor "solace":


Verwante definities voor "solace":

  1. the act of consoling; giving relief in affliction1
  2. the comfort you feel when consoled in times of disappointment1
  3. comfort in disappointment or misery1
  4. give moral or emotional strength to1

Wiktionary: solace

solace
noun
  1. consolation
  2. source of comfort
verb
  1. to give solace to
solace
verb
  1. als iemand verdriet of pijn heeft deze persoon geestelijke steun geven

Computer vertaling door derden: