Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor solo (Engels) in het Nederlands

solo:

solo bijvoeglijk naamwoord

  1. solo (free-standing; separate; on its own; isolated; apart)
    gescheiden; apart; afzonderlijk; alleenstaand; separaat; op zich; op zichzelf staand; losstaand; vrijstaand

solo [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the solo
    de solo; alleenzang
    • solo [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • alleenzang [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. the solo (solo part)
    solodeel
  3. the solo (solo songs)
    de solozangen

Vertaal Matrix voor solo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alleenzang solo
solo solo
solodeel solo; solo part
solozangen solo; solo songs
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afzonderlijk apart; free-standing; isolated; on its own; separate; solo aside; discrete; distinct; distinctive; free-standing; isolated; on its own; particular; separate
alleenstaand apart; free-standing; isolated; on its own; separate; solo bachelor; free-standing; isolated; on its own; separate; single; spinster; unattached
apart apart; free-standing; isolated; on its own; separate; solo apart; aside; bizarre; curious; different; discrete; distinct; distinctive; eccentric; exceptional; exclusive; exotic; exquisite; foreign; freak; free-standing; idiosyncratic; incomparable; inimitable; isolated; noteworthy; odd; on its own; once in a life time; one and only; outlandish; particular; peculiar; separate; sole; special; the one and only; unique; unparalleled; unusual
gescheiden apart; free-standing; isolated; on its own; separate; solo apart; separate
separaat apart; free-standing; isolated; on its own; separate; solo apart; free-standing; isolated; on its own; particular; separate
vrijstaand apart; free-standing; isolated; on its own; separate; solo free-standing; isolated; on its own; separate
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- alone; unaccompanied
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
losstaand apart; free-standing; isolated; on its own; separate; solo free-standing; isolated; on its own; separate
op zich apart; free-standing; isolated; on its own; separate; solo free-standing; isolated; on its own; separate
op zichzelf staand apart; free-standing; isolated; on its own; separate; solo free-standing; isolated; on its own; separate

Verwante woorden van "solo":


Synoniemen voor "solo":


Verwante definities voor "solo":

  1. composed or performed by a single voice or instrument1
    • a passage for solo clarinet1
  2. without anybody else or anything else1
    • he flew solo1
  3. a flight in which the aircraft pilot is unaccompanied1
  4. any activity that is performed alone without assistance1
  5. a musical composition for one voice or instrument (with or without accompaniment)1
  6. perform a piece written for a single instrument1
  7. fly alone, without a co-pilot or passengers1

Wiktionary: solo

solo
noun
  1. piece of music for one
  2. job or performance done by one person
  3. card game
adjective
  1. without a companion or instructor
  2. of a musical solo
verb
  1. to perform a solo
  2. to perform something in the absence of anyone else

Verwante vertalingen van solo