Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor spraining (Engels) in het Nederlands

spraining:

spraining [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the spraining (dislocation; straining)
    de ontwrichting; verzwikking
  2. the spraining (straining; twisting; wrenching)
    de verrekking

Vertaal Matrix voor spraining:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontwrichting dislocation; spraining; straining
verrekking spraining; straining; twisting; wrenching
verzwikking dislocation; spraining; straining

Verwante woorden van "spraining":


sprain:

to sprain werkwoord (sprains, sprained, spraining)

  1. to sprain (wrench; wrest from)
    verstuiken; ontwrichten; zwikken; verzwikken
    • verstuiken werkwoord (verstuik, verstuikt, verstuikte, verstuikten, verstuikt)
    • ontwrichten werkwoord (ontwricht, ontwrichtte, ontwrichtten, ontwricht)
    • zwikken werkwoord (zwik, zwikt, zwikte, zwikten, gezwikt)
    • verzwikken werkwoord (verzwik, verzwikt, verzwikte, verzwikten, verzwikt)

Conjugations for sprain:

present
  1. sprain
  2. sprain
  3. sprains
  4. sprain
  5. sprain
  6. sprain
simple past
  1. sprained
  2. sprained
  3. sprained
  4. sprained
  5. sprained
  6. sprained
present perfect
  1. have sprained
  2. have sprained
  3. has sprained
  4. have sprained
  5. have sprained
  6. have sprained
past continuous
  1. was spraining
  2. were spraining
  3. was spraining
  4. were spraining
  5. were spraining
  6. were spraining
future
  1. shall sprain
  2. will sprain
  3. will sprain
  4. shall sprain
  5. will sprain
  6. will sprain
continuous present
  1. am spraining
  2. are spraining
  3. is spraining
  4. are spraining
  5. are spraining
  6. are spraining
subjunctive
  1. be sprained
  2. be sprained
  3. be sprained
  4. be sprained
  5. be sprained
  6. be sprained
diverse
  1. sprain!
  2. let's sprain!
  3. sprained
  4. spraining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

sprain [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sprain (dislocation)
    de verstuiking
  2. the sprain
    de spierverrekking

Vertaal Matrix voor sprain:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spierverrekking sprain
verstuiking dislocation; sprain
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontwrichten sprain; wrench; wrest from disarm; dislocate; paralyse; paralyze
verstuiken sprain; wrench; wrest from
verzwikken sprain; wrench; wrest from
zwikken sprain; wrench; wrest from
- rick; turn; twist; wrench; wrick

Verwante woorden van "sprain":


Synoniemen voor "sprain":


Verwante definities voor "sprain":

  1. a painful injury to a joint caused by a sudden wrenching of its ligaments1
  2. twist suddenly so as to sprain1
    • the hikers sprained their ankles when they fell1

Wiktionary: sprain

sprain
verb
  1. to weaken a joint, ligament, or muscle

Cross Translation:
FromToVia
sprain twijnen; verbuigen; verdraaien; vertrekken; wringen; verwringen tordre — Traductions à trier suivant le sens