Adequate in het Zweeds vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

adequate:
- tillräcklig; nog; tillräckligt; lämpligt; träffande; avpassat; träffandet; avpassad; passandet
- fullgod
Wiktionary:
- adequate → tillämplig, adekvat
- adequate → adekvat, rimlig, tillfredsställande, tillräcklig, passande, tjänlig, anständig

Engels

Uitgebreide vertaling voor adequate (Engels) in het Zweeds

adequate (sufficient; satisfactory; enough; up to the mark)
tillräcklig; nog; tillräckligt
- tillräcklig bijvoeglijk naamwoord
- nog bijvoeglijk naamwoord
- tillräckligt bijvoeglijk naamwoord
adequate
lämpligt; träffande; tillräckligt; tillräcklig; avpassat; träffandet; avpassad; passandet
- lämpligt bijvoeglijk naamwoord
- träffande bijvoeglijk naamwoord
- tillräckligt bijvoeglijk naamwoord
- tillräcklig bijvoeglijk naamwoord
- avpassat bijvoeglijk naamwoord
- träffandet bijvoeglijk naamwoord
- avpassad bijvoeglijk naamwoord
- passandet bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
träffande		affecting; aptness; concerning; felicitousness; strikingness; touching
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	decent; enough; equal; fair to middling; passable; tolerable
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fullgod	adequate; perfect; perfectly satisfactory; satisfactory
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avpassad	adequate	classified; filed; in keeping; in proportion; measured; orderly; regulated; relatively
avpassat	adequate	classified; filed; measured; orderly; regulated
lämpligt	adequate	advisable; applicable; apposite; appropriate; apt; convenient; effective; efficient; expedient; fit; fitting; opportune; proper; recommendable; relevant; right; suitable
nog	adequate; enough; satisfactory; sufficient; up to the mark
passandet	adequate	accompanying; applicable; appropriate; apt; becoming; befitting; corresponding; fitting; matching; proper; relevant; seemly; suitable
tillräcklig	adequate; enough; satisfactory; sufficient; up to the mark	abound in; abundant; abundantly; enough; fair; moderate; reasonable
tillräckligt	adequate; enough; satisfactory; sufficient; up to the mark	abound in; abundant; abundantly; enough; fair; moderate; reasonable
träffande	adequate	apt
träffandet	adequate

having the requisite qualities or resources to meet a task¹
- she had adequate training¹
- her training was adequate¹
- she was adequate to the job¹
about average; acceptable¹
- more than adequate as a secretary¹
sufficient for the purpose¹
- an adequate income¹
- the food was adequate¹

adequate

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• adequate	→ adekvat	↔ adäquat — den gestellten Bedingungen angemessen
• adequate	→ rimlig	↔ angemessen — den Verhältnissen entsprechend, passend
• adequate	→ tillfredsställande	↔ befriedigend — so, dass es die beteiligen zufrieden macht
• adequate	→ tillräcklig	↔ hinreichend — umgangssprachlich: das rechte Maß von dem, was da sein muss – nicht zu viel und nicht zu wenig
• adequate	→ passande; tjänlig; anständig	↔ convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.