Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aviators:
  2. aviator:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor aviators (Engels) in het Zweeds

aviators:

aviators [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the aviators (pilots; flyers)
    piloter

Vertaal Matrix voor aviators:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
piloter aviators; flyers; pilots

Verwante woorden van "aviators":


aviators vorm van aviator:

aviator [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the aviator (pilot; flier; airman; flyer)
    flygare; pilot
    • flygare [-en] zelfstandig naamwoord
    • pilot [-en] zelfstandig naamwoord

aviator

  1. aviator
  2. aviator

Vertaal Matrix voor aviator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flygare airman; aviator; flier; flyer; pilot
pilot airman; aviator; flier; flyer; pilot captain; pilot
- aeronaut; airman; flier; flyer
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
aviatiker aviator
aviatör aviator

Verwante woorden van "aviator":


Synoniemen voor "aviator":


Verwante definities voor "aviator":

  1. someone who operates an aircraft1

Wiktionary: aviator


Cross Translation:
FromToVia
aviator aviatör AviatikerLuftfahrt, veraltet: Flugtechniker; Kenner der Flugtechnik